dinsdag 31 december 2013

ROCK 'N' ROLL 1962-1964

Hieronder een recensie  van een Rock & Roll optreden  uit de Vallei.
Naast The Blue Sharks worden een paar bandjes genoemd waar ik verder niets over vinden kan.
Misschien kunnen jullie weer wat meer informatie geven.

(Gerard)

TEENAGERSHOW TROK VEEL BELANGSTELLING

De voetbalvereniging Advendo te Ederveen, die deze herfst vijf jaar bestaat, hield zaterdagavond ter gelegenheid van dit feit een Teenagershow, waarbij het Marktgebouw aan de Schras bevolkt was door een groot aantal, uiteraard meest jeugdige bewonderaars van deze moderne muziek.

Het meeste succes oogstte het Ederveense jeugdensemble The Blue Sharks, dat veel ritme en muzikaliteit in haar, uiteraard zeer populaire nummers, wist te leggen.
Deze jeugdband kreeg een verdiende eerste prijs.
Temeer werd het succes van The Blue Sharks nog geaccentueerd door het feit dat zij de avond tevoren, dus vrijdagavond in Veenendaal, ter ere van een dergelijke show in de Scheepjeswolfabriek uit zeven deelnemende bandjes eveneens de eerste prijs weghaalden.
De overige bandjes die zaterdagavond hun -niet geringe- capaciteiten ten gehore brachten waren twee jeugdbands uit de Stichting Valkenheide;
The Pearl Rockers uit Veenendaal,
The Shell's uit Veenendaal
en een jeugddrumband uit Elst.
Ook de muziekvereniging Irene verleende met enkele pittige nummers een -overig geheel andere- medewerking aan deze jeugdmuziekshow.
Jammer dat een dergelijke muziekavond in Ederveen, die zoals meermalen bleek, een grote belangstelling trekt, moet plaatsvinden in het oude stijlloze en qua akoestiek volledig ongeschikte Marktgebouw, waardoor veel van het gebodene in het geruis verloren ging omdat achter in het gebouw veel muzikale kunststukjes niet gehoord werden.

(De Vallei, 31 oktober 1962)

dinsdag 17 december 2013

THE SPHINX

Toen ik het digitale archief van De Vallei doornam ontdekte ik het onderstaande artikel op de voorpagina van de krant van 30 september 1966. Het is een mij volslagen onbekende groep, waar verder ook niets van te vinden is. Een voorpagina artikel over een succesvol optreden is wel wat vreemd, maar misschien weet iemand iets meer over deze band?
(gerard)

Talentvolle beatgroep The Sphinx bijzonder succesvol met haar debuut in Tiel.

De nog maar kort, voor het publiek onbekende, beatgroep The Sphinx is bezig in recordtempo de ladder van populariteit te beklimmen.

De groep bestaat uit:
A. Stolk - zang
C. Budding, drums, beiden uit Rhenen
G. van Manen - solo-gitaar
H. Coumans - basgitaar, beiden uit Veenendaal
D. Hovestad - slaggitaar
T. van Liende- gitaar, beiden uit Elst

Een echte streekgroep dus, werkte reeds lang aan een uitgebreid repertoire, waaronder nummers van The Rolling Stones, The Kinks en eigen composities.

Bandleider D. Hovestad verklaarde, dat het in zekere zin "imitaties" zijn, waarbij de eigen interpretatie bijzonder naar voren treed. Een beatgroep behoort nu eenmaal een bepaald soort sound ofwel geluid te brengen. En dat de groep succes heeft blijkt uit het feit dat zij j.l. zaterdag na een optreden in een bekende gelegenheid in Tiel, waar ondermeer bekende beat groepen zoals The Motions en The Alley Cats uit London zijn opgetreden, een groot succes behaalden, zo zelfs dat aan het einde van hun optreden het publiek bleef aandringen op enkele toegiften, waaraan door The Sphinx spontaan werd voldaan.
Dit optreden betekend voor deze talentvolle jongeren een enorme stimulans en tevens het benodigde zelfvertrouwen om ook de uitdaging van aanbiedingen uit de Achterhoek, Zeist en zelfs uit Amsterdam om te buigen tot een nog groter succes.

De toekomst voor deze sympathieke beatgroep The Sphinx ligt open, het gevecht om succes in successie is keihard.

Hans Hiensch:
Bij toeval zag ik een stukje op VL over The Sphinx. Volgens mij heb ik daar aan het einde daarbij gespeeld en heette de band later Afterglow.
Mijn geheugen begint slecht te worden maar ik denk dat Chris Budding daar meer over weet.
Harry Coumans is lang geleden al overleden. Gert van Manen speelde ook in een andere band waar ik de naam van vergeten ben, maar de drummer is kort na het optreden bij Escape ook overleden.
(20 augustus 2015)

VEENENDAALSE JEUGD ZOEKT NAAR DANSGELEGENHEDEN

Nu reeds dansen op een zolder en in een kelder

"Op een feestje van Hans Hiensch, gitarist van The As2O3 Group, werd het idee geopperd om iets te maken van de vroegere wijnkelder in de Hoofdstraat, onder het pakhuis van de firma F. Diepeveen. Hans Hiensch en Cees van Hardeveld, de laatste bassist bij The As2O3 Group, wisten van het bestaan van deze kelder af en direkt waren wij allen één en al oor. Onze gedachten gingen uit naar een dansgelegenheid, het zwalken over straat trok ons niet aan en daarom waren wij blij dat hier een kans opdook om op gezellige wijze vertier te zoeken".
Dit zijn de woorden van Jan Slagman, general-manager van The As2O3 Group.
The Group is een nog vrij onbekende Veenendaalse band, waarvan de leden veelvuldig bijeen komen om te oefenen.
Jan Slagman zit in het schemerdonker van de kelder van ongeveer vier bij tien meter, en licht toe wat er de laatste tijd zoal georganiseerd en uitgewerkt is door het bestuur van deze danskelder.

Aktief
Dit bestuur is niet het enige dat de organisatie van een dansgelegenheid op zich heeft genomen, want boven het pakhuis van de firma Diepeveen bevindt zich de "Kolder-Zolder", waar ook geshaked, getwist en gerock-and rolled wordt, en ook dat wordt geleid door enkele jongeren.
Hiermee houd het niet op, want er gaan zelfs al weer geruchten dat enkele andere jeugdige organisatoren met een leegstaande boerderij aan de Prins Bernhardlaan bezig zijn.
Het blijkt dus wel dat de Veenendaalse jeugd aktief is wat betreft het zoeken naar dansgelegenheden, hoe bouwvallig en klein die ook zijn en daarom zullen er vermoedelijk in de toekomst wel her en der nieuwe gelegenheden (hoewel zonder veel tam-tam) geopend worden.

Straat
Het pakhuis van Diepeveen is te bereiken via een pad dat tussen Hoofdstraat en Fluiterstraat loopt.
De toegangswegen zijn niet geplaveid, de ingang is niet helder verlicht, maar daar gaat het volgens de dansliefhebbers niet om.
"Het gaat om het vertier, en de wegen die daar naartoe leiden doen niet ter zake".
acnter vlnr: Cees van Hardeveld, Jacob Brederveld, Jan van de Wolf
voor vlnr: Ynze den Hengst, Hans Hiensch
Het bestuur van de beatkelder bestaat uit Frans Albers, Jacob Brederveld, Hans Hiensch, Cees van Hardeveld en Jan Slagman. De laatste zegt: "We hebben nu zo'n vijftig ingeschreven leden, die één gulden betalen. Daarmee bedoelen we niet dat anderen niet mogen komen, hoewel we een grote toeloop, gezien de ruimte, onmogelijk kunnen hebben".
Jan Slagman vervolgt: "We zijn blij dat de eigenaren van dit pakhuis ons gelegenheid hebben gegeven om gebruik te maken van de kelder en de zolder. We  bekostigen alles zoveel mogelijk zelf, hoewel we gratis stroom mogen aftappen voor de pickups en bandrecorders. De heren Diepeveen vinden het blijkbaar een prima idee, want zij zijn eens persoonlijk komen kijken".
Eén van de andere bestuursleden zegt:"De mensen denken gauw iets slechts hiervan, dat is niet waar, het is alleen maar een kwestie dat wij niet door de straten willen zwerven, wij willen niet in een kroeg zitten en daarom zijn wij hier mee begonnen".

Selecte groep
"Is het een selecte groep die hier mag komen en worden anderen geweerd?"
"In het begin was dat wel zo, je zou het een besloten kring kunnen noemen, tegenwoordig mag iedereen komen, mits het aantal maar niet te groot wordt, want de beschikbare ruimte is maar gering".
Jan Slagman: "De meesten die hier komen zijn nog op school, enige tijd geleden werden er ook doordeweeks dansavonden georganiseerd, nu is het de studie die dat niet meer mogelijk maakt en komen wij alleen op zaterdag en zondag bijeen".
Als de muziek in de kelder ophoudt, dalen van bovenaf enkele muziektonen neer in de kelder.
Het komt van de zolder boven het pakhuis, de "Kolder-Zolder", die men bereikt langs een aantal leuzen en kreten aan de muren, die niet direkt fijnzinnig genoemd kunnen worden.
Ook de 'Kolder-Zolder" heeft een bestuur, bestaande uit Arian van Hardeveld, Frans Diepeveen, en Arie Kroesbergen.
"Als steeds meer dansliefhebbers zich aanmelden is het mogelijk dat, wanneer wij de beschikking kunnen krijgen over een ruimere dansgelegenheid, wij niet zullen aarzelen", eindigt Jan Slagman.

(De Vallei, 30 september 1966)

zondag 1 december 2013

Pop- en Cultuur Podium Escape

Lees onderstaande sympatieke oproep voor het behoud van pop- en cultuurcentrum Escape in Veenendaal.
Wij hadden indertijd o.a. ’t Dingetje, ’t Zoldertje, de Ruif en later Suzie Q waar wij uit konden gaan.

Steun Escape en steun de petitie om Escape open te houden.

Dick Vink

Pop- en Cultuur Podium Escape

Beste huurders, partners, artiesten, deelnemers, bezoekers en sympathisanten,

Via de diverse (social) media en andere kanalen zult u ongetwijfeld gehoord hebben van de situatie waar Escape momenteel in verkeert.
Ondanks toezeggingen van wethouder Bouwmeester dat ook hij er belang aan hecht dat Escape een geruisloze doorstart maakt, is er nog geen oplossing in zicht.

De resterende tijd is beperkt:
Wegens contractuele verplichtingen moet Escape per 20 december worden ontruimd, wordt onze programmaleiding op straat gezet en gaat het licht letterlijk en figuurlijk uit!

Daarom deze petitie en een dringende oproep:

HOU POP- EN CULTUURPODIUM ESCAPE OPEN

http://escapetitie.petities.nl/

Ik wil iedereen vragen deze petitie te ondertekenen om de situatie onder de aandacht te brengen.

Michael Huiberts
Vrijwilliger Pop- & Cultuur Podium

Ook Veens Lawaai steunt deze aktie!

donderdag 28 november 2013

Leider SECT II: Muzikaler musiceren

Veenendaal - Na een opzwepend intro van de solo-gitarist vallen ook de bassist en de drummer bij.
De solo-gitarist begint te zingen en een soulful swingend nummer volgt.
Een strakke beat vormt de ondergrond voor een goede melodie.
Dat is de muziek die de nieuwe bezetting van Sect II in het komende seizoen gaat brengen.
De muziek houd het midden tussen Beat en Rhythm & Blues, maar dan minder beat en meer blues.

Trio met een eigen gezicht
Ernst Kraft van Ermel is de leider van Sect II. Hij is achttien jaar en zit in de vierde klas van de HAVO in Amersfoort. Als hij van school komt wil hij het liefst naar een conservatorium of een muzieklyceum. In ieder geval wil hij later van de muziek kunnen leven.
Net als zijn grootvader, die eerste violist was van de Java-Kunstkring in het voormalig Nederlands-Indië.
Van zijn grootvader leerde Ernst, toen hij zeven jaar was, ook viool spelen.
Later heeft de gitaar de viool vervangen.
Al zijn vrije tijd besteed hij aan dit instrument.
Ernst Kraft van Ermel was ook de leider van de vorige bezetting van Sect II en van Quibus 5.
Sect II is een trio. Vroeger speelden ook een slaggitaristen een organist mee.
Ernst is nu dus eigenlijk slaggitarist en solo-gitarist tegelijk; daarbij is hij ook nog zanger.
Aan een orgel heeft hij geen behoefte meer: "Ik wil een geheel eigen stijl gaan ontwikkelen. Ik wil muzikaler gaan musiceren."

SECT II - v.l.n.r.: Stephan Petersen, basgitarist;
Ernst Kraft van Ermel, leider, solo- en slaggitarist, zanger;
Harry Rondeau, drummer.
Steengoed
Ernst gaat ervan uit, dat het bij goede muziekniet op het lawaai of de veelheid van instrumenten aankomt, daarom speelt hij nu nog maar met twee mensen: "Dit trio is eigenlijk de oudste bezetting waarmee ik gespeeld heb. 
Vroeger ondervonden we het als een gebrek, we hadden een gitarist te weinig, en nu willen we het zelf."
Ernst Kraft van Ermel houdt niet alleen van beat: "Brubeck vind ik steengoed. Ik luister graag naar jazz. 
En ik hou ook van klassieke muziek, maar alles op z'n tijd."
Waarschijnlijk brengt zijn studie zijn tweede liefhebberij met zich mee: lezen. 
Hij leest vooral wetenschappelijke boeken, maar af en toe ontspant hij zich ook wel eens met een licht romannetje.
Ernst houd van beatmuziek, maar niet van al die toestanden die er bij schijnen te horen: happenings, love-in, verdovende middelen en sterke drank.
"De gedachte waar men bij de love-in van uit gaat vind ik mooi, maar waarom gaan ze dat nou verprutsen met verdovende middelen en al dat soort dingen.
Alles wordt hierdoor zo negatief," zegt de leider van Sect II.
Ernst Kraft van Ermel wordt muzikaal gesteund door bassist Stephan Petersen.
Stephan is auto-didact. Vroeger speelde hij slaggitaar, maar sinds een jaar uit hij zijn muzikale gevoelens op de basgitaar.
Overdag werkt hij als monteur in de elektrotechniek.
Evenals Ernst zou hij ook het liefst van de muziek zijn beroep maken.
Hij is zich bewust van de problemen, die het vak musicus met zich mee kan brengen, maar hij laat zich hierdoor niet afschrikken.
Hij laat zich trouwens niet zo gauw door iets afschrikken.
Er moet heel wat gebeuren wil hij zijn goede humeur verliezen.
Ernst vertelt: "Stephan moet altijd getemd worden. Vooral als het een beetje zonnig weer is. Dan begint hij 's middags om twaalf uur te spoken".
Stephan zelf: "Ik ben niet alleen dol op muziek hoor. Ik mag ook graag zo af en toe een Turks bad nemen."

Kinderliedjes
Ernst Kraft van Ermel wordt ritmisch gesteund door Harry Rondeau, de drummer.
Harry begon toen hij zestien was te drummen.
Hij is niet geheel auto-didact.
Connecties in de showwereld hebben hem de fijne kneepjes van het vak bijgebracht.
Behalve slagwerk heeft hij vroeger nog mondharmonica gespeeld: "Maar dat waren alleen maar kinderliedjes". 
Ook Harry wil beroepsmusicus worden.
Om zoveel mogelijk te leren gaat hij dikwijls naar topbands luisteren. "Als je ze live ziet optreden, vallen ze meestal ontzettend tegen", zegt hij. 
Zijn grote favorieten zijn Jimi Hendrix, Otis Redding en Wilson Pickett.
De andere bandleden zijn het hier wel mee eens. 
Evenals Ernst houd Harry ook wel van jazz. Klassiek boeit hem echter niet.
Ernst Kraft van Ermel is de grote stimulator van het trio.
Van een leiderschap is eigenlijk geen sprake.
De drie jongens hebben vrijwel dezelfde ideeën over muziek.
Er komt dan ook nooit een onderlinge ruzie bij het trio voor.
Ook over de manier van optreden verschillen ze niet van mening.
Harry zegt hierover: "We houden er niet van een show te brengen zoals vele beatgroepen dat doen. Ze staan daar stoer op het podium en het publiek krijgt een onsympathieke indruk van die jongens. 
Het is soms net, alsof ze er elk ogenblik op los kunnen gaan slaan." 
Sect II houd daar niet van. Zij willen hun show leuk brengen. 
Hun muziek is over het algemeen vrolijk.
Stephan: "Het is belangrijk contact met het publiek te hebben."
Ernst Kraft van Ermel zorgt voor het repertoire.
"We horen een plaat die we goed vinden en die gaan we dan zelf spelen.
We schrijven de tekst over en we zoeken de melodie en de akkoorden op de gitaar op.
We brengen vaak ook eigen nummers."

Verandering
Volgens het trio is er een grote verandering te ontdekken in het publiek.
"Het publiek is nuchter geworden, gereserveerder. Het spel wordt kritischer beluisterden als je het goed doet, wordt je meer gewaardeerd. Het publiek is ook niet meer zo van het gooi- en smijtwerk gediend. Er wordt zelfs minder gedanst dan vroeger. Luisteren is belangrijker geworden. 
Daarom willen wij eenwat muzikalere stijl gaan brengen", zeggen Ernst Kraft van Ermel, Stephan Petersen en Harry Rondeau, samen Sect II.
Ze zullen in het komende seizoen ongetwijfeld weer velen weten te boeien.
Zoals ze dat al vijf jaar hebben gedaan.
Er liggen al weer vele contracten te wachten: Veenendaal, Ede, Wageningen enz. …..

(De Vallei, 2 september 1967)






maandag 28 oktober 2013

DE POPMAGIE VAN VEENENDAAL

Het was erg leuk aan de Nijverheidslaan. 
Ik gaf een klas van rond de 45 oudere jongeren de bijgaande voordracht.
In de hal kwamen dik 800 mensen samen. 
Leuke reunie, vooral Suzie-Q-volk. 
Veel minder Pompers.
Dat zijn de fijne scheidslijnen in Veenendaal.

Jeroen Wielaert

Een proefcollege over de popcultuur van Veenendaal.
Zo ver heeft de heer me dus gebracht.

Hoe de Devil's Music ook in ’t Veen veel lawaai veroorzaakte. 
Gelet op het imago van het dorp dat uitgroeide tot een stad is het eigenlijk een rijke geschiedenis.

Weet je wel?

Laat ik persoonlijk beginnen, iets vertellen over mijn eigen herinneringen aan een Veenendaalse popjeugd.

Op het plein van de openbare Rijk van Gaasbeekschool, vlak bij het Franse Gat zong ik luidkeels mee met de hit die ons jonge leven op stelten zette:
Sjie lafs Joe Yèè`-yèè-yèè.’ 
Vier langharige jongens uit Liverpool, de Beatles.
Geen idee waar ze over zongen.

Voor mijn achtste verjaardag, 1 april, kreeg ik mijn eerste EP-tje van de Beatles, een plaatje met vier liedjes, waaronder All My Loving.

Het ging verder op het schoolplein, thuis aan de radio, bij het vorderen van de klassen. 
1, 9, 2: goed idee! 
De Rolling Stones kwamen met Satisfaction, Get Off Of My Cloud, Paint it Black. Sterke liedjes, maar andermaal: nog geen idée waar ze over gingen. 

Ondertussen rees de discussie over wie de besten waren, ook in Veenendaal, de Beatles of de Stones. 
Het maakte mij niet zo uit.
Ik vond ze allebei even goed.

Vingers!

De Beatles?
De Stones?

Het was in ieder geval wel zo dat ik in die tijd steevast singletjes van de Beatles cadeau kreeg voor mijn verjaardag. 
Help, I’m Down, Yellow Submarine, Eleanor Rigby, Penny Lane, Strawberry Fields Forever.
Van de schoolpleindagen herinner ik me ook No Milk Today van Hermans Hermits, Good Vibrations van de Beach Boys en Here it Comes Again van de Fortunes. 
Dave Berry kwam met This Strange Effect en Now.
Now, now is the moment, now is the time…

Het duurde niet lang, of mijn moeder kocht ook voor mij en mijn broer Jasper een heuse Berry-broek, met van die wijde pijpen.

In 1968 ging ik naar de Middelbare School, het CLV.
Aanvankelijk nam ik de bus naar de Kerkewijk. 
Tegenover de halte bij de bocht op de Nieuweweg stond een oud gebouw waar gekke dingen gebeurden. 
Ik ging daar wel eens door de ramen staren, zag een lege bar, lege bierflesjes. 
't Dingetje.
Daar mocht ik niet komen.
Te jong.

Het was dik vier decennia voordat de term ‘dingetje’ algemeen in het taalgebruik terecht kwam, ook wel als ‘ding’ – zo van: ‘dat is wel een ding.’ 
Op school hadden we het eerder al over ‘een lekker ding.’ 
Met 't Dingetje was Veenendaal in de Sixties eigenlijk best wel progressief.
Ik kom er nog op terug.

In de aula van het CLV zag ik voor het eerst een heuse band. Ik was dertien. 
Mijn moeder had me er nota bene naartoe gestuurd. 
Het was Brainbox, met Kazimierz Lux, Pierre van der Linden, Rudy de Queljoe en John Schuursma. 
Jan Akkerman was er al uit.
Ik stond rechts voor het podium, vlak bij een box. 
Ongelooflijk, wat een lawaai. 
Twee dagen heb ik met suizende oren rond gelopen. 
In twee en drie gym ging ik de Veronica-Top 40 halen bij Van Hees, tegenover de Markt.  

De feesten kwamen, in bovenkamers, in garages, op zolders.
De tijd van Creedence Clearwater Revival, Who’ll Stop the Rain, LA Woman van de Doors, Derek & the Domino’s en hun Layla, Alice Cooper, Uriah Heep, maar ook Toots Thielemans met zijn harmonica uit Turks Fruit en Robert Long, Vroeger of Later. 
We waren bij de tijd, in Veenendaal.

Op koninginnedag 1973 verzamelden we ons met zijn allen in een grote tent op de Groene Velden.
Focus zou komen, met Thijs van Leer en Jan Akkerman.
Ze gingen natuurlijk hun Hocus Pocus spelen, maar niks van die magie gebeurde. 
Ze hadden in Montreux gespeeld en Jan Akkerman was onwel geworden.
Focus kwam niet.
We wisten wel waarom, met onze kwade tongen.
Akkerman had te veel gerookt en gezopen.
Daags erna was de VARA-radio in Veenendaal.
Kees van Maasdam en Co de Kloet met hun Opvallend Vrolijk Gevarieerde Visite. 
Het was in die kroeg niet ver van het oude spoorseizoen.
Ik spijbelde en ging aan Van Maasdam vertellen hoe boos we waren op Jan Akkerman. 
Het was voor het eerst dat ik op de radio kwam.

De Suzie Kuu was inmiddels open.
De eerste band die ik er zag kwam uit Volendam: BZN. 
Als ik me goed herinner werd de avond gepresenteerd door Sjef van Oekel. 
Het was nog in de tijd dat Jan Keizer en de zijnen heel andere muziek maakten dan de zoetigheid waar ze later bekend mee werden.
Keizer zat nog achter de drums. 
Er gebeurde iets ongelooflijks: midden in een oorverdovend hardrock-nummer lieten ze hun broeken zakken en begonnen tegen elkaar aan te reupen. 
In Veenendaal. Weet iemand het nog?

In 1975 vertrok ik naar Utrecht om Nederlandse te studeren.
Het was fijn om in zo’n grote stad te wonen, maar ik kwam vrijwel alle weekends terug om over DOVO en GVVV te schrijven voor De Rijnpost en De Vallei.

Na de wedstrijd was er  ’s avonds nog iets om te recenseren, in De Pomp en Suzy Q. 
Het was wat gek genoeg in Utrecht nog ontbrak, de tweede helft van de jaren zeventig: een goeie popzaal. 
Er brak juist een geweldige tijd aan, met Herman Brood & Wild Romance, Gruppo Sportivo, Vitesse, Sail Joya, Music Garden, The Streetbeats met Jan Rot, Normaal, Sweet d’Buster en oudere fenomenen als Solution, Earth & Fire en, jawel: Patricia Paay. 

Ik heb het nog eens terug gehoord van Henk Roor, hoe ik daar als verslaggevertje op een stoel ging zitten in de Pomp om de nummers te noteren.
Patricia Paay, dat was in Suzy Q. Ze speelde met een meelopende band.
Tussen een nummers liet ze haar handen op borsthoogte rollen en zei:
‘Nee jongens, dit heb ik niet echt, dat is alleen op televisie!’

Wat altijd leuk was, was de gang naar de kleedkamers, om met de bands te spreken. 
Zo kwam ik in de Pomp in gesprek met Hans La Faille en Herman Deinum, de oude Blizzards die bij Sweet d’Buster waren gaan spelen. 
Ik zat daar met hen, dronk een pilsje mee, luisterde.
Opeens zei Deinum van onder zijn lange zwarte haar door: ‘Verslaggever, versla!’

Eénmaal als beroepsverslaggever voor de radio maakte ik in het voorjaar van 1992 voor het eerst een lange reportage reis door Amerika, voor de presidentsverkiezingen. 
Het ging tussen de oude president Bush en een onbekende gouverneur uit Little Rock, Arkansas, een zekere Bill Clinton.
Ik wilde een verhaal maken over de Zwarte Kiezers. 
En dus kwam ik in Savannah, Georgia terecht in een kerk aan Martin Luther King Boulevard.
Die zondagmorgen was ik de enige blanke in het godshuis.
Ze waren heel gastvrij. Ik raakte gefascineerd.
De zwarte dominee gaf een luid stemadvies. 
Dat ging zo: ‘I’mmmmmm a Démocrat. And I’m gonna vóóóóte Bííííííl Clinton!’         
Toen kwamen de gezangen.
Het koor stond op. Prachtige zwarte dames met enorme boezems. 
Onder het zingen van hun gospels swingden ze met hun heupen en heel de kerk swingde mee. 
Toen zag ik het. Natuurlijk had ik er wel over gelezen, maar nu gebeurde het voor mijn ogen. 
Ik realiseerde me des te beter: hier komt het vandaan.
En niet uit Veenendaal.
Tot zover mijn eigen verhaal. 

Verder nu over de popcultuur in het algemeen en Veenendaal in het bijzonder.

Het is allemaal begonnen in de jaren vijftig, met blanke Amerikaanse jongens die zich op oude negermuziek stortten, of zwarte jongens die de bluesliedjes van hun oudere voorgangers elektrisch versterkt afstoften. 
In Nederland had Eddy Christiani ook zo’n gitaar en zong er een meisje mee achterop zijn fiets. 
In Amerika fulmineerden de dominees tegen al die Duivelse Muziek.
Het was tevergeefs, het was niet meer tegen te houden.
Op de ongekende golven van de moderne welvaart met koelkasten en grote sleeën met vleugels eigende de jeugd zich een eigen cultuur toe, aangevoerd door Elvis Presley, Buddy Holly, Jerry Lee Lewis, Little Richard en Chuck Berry. 
There was a whole lotta shaking going on.

In Veenendaal gebeurt alles later, is een oud gezegde, maar de popcultuur gebeurde wel degelijk tegelijkertijd, vooral door de radio. 
De Engelse stations, Radio Veronica. Pop was ook in Veenendaal het antwoord op de sufheid van de magistraten, de dominees.
Ik zei het al: ik was te jong om 't Dingetje binnen te gaan. 
Er zitten hier toch wel Veensen in de zaal die er wél zijn geweest?  
Het was in ieder geval duidelijk dat er wat moest gebeuren.

De beatjeugd van Veenendaal scheurde in de weekends met brommer door de Hoofdstraat. 
Er vond meer plaats in stegen en portieken.
Zover kwam het dat de winkeliers op maandagmorgen voor het openen van hun zaak allerlei ongerief voor de deur moesten verwijderen dat aanstootgevend zou kunnen zijn voor het vrouwelijk personeel. Ja, zeg het maar: wie heeft staan vozen in zo’n portiek?

Het werd de bestuurders duidelijk, ook die van de kerk.
Zo is De Soos er gekomen, op gereformeerde grondslag. 
Hoe dan ook, de jeugd kreeg de ruimte.

Er werden meer zogenaamde jongerencentra ingericht die zo hun eigen karakter hadden, en ook hun eigen reputatie kregen. 

De ene was De Instuif, aan de Sandbrinkstraat.
Daar rees al een bepaald oordeel over. 
‘Voordat ik m’n kinderen naar die verderfelijke troep stuur…’ werd er gezegd.
't Dingetje was opgericht door Henri Bruitsman, Peter Pilon, Dick Vink, Eddie den Braber en Dirk de Gooijer. 

Zij vonden een geschikte ruimte in de oude Kokse-School. 
Het werd officieel geopend op 18 november door burgemeester Hazenberg en de wethouders Koppenberg en Bastmeijer. 
De eerste dansavond kwam een dag later, met de groep Lijn 6.

Anders dan De Instuif was 't Dingetje helemaal Sodom en Gomorra, althans volgens de Gewone Veense. 
Er liepen langharigen rond in gekke kleding, er vond drankmisbruik plaats, er werden zelfs stripteases opgevoerd – blote-meiden-gedoe. 
En erger. 

De Veenendaalse hoofdinspecteur van Politie Dekker liet er zijn licht over schijnen in een stevig artikel in De Vallei van 11 oktober 1967. 
Bij het teruglezen vond ik de man erg mild en begripvol, oprecht tolerant. 
Hij zei dat hij bij regelmatige controles niets van de genoemde excessen had gemerkt.
Die moeten zich ongetwijfeld hebben voorgedaan als de hoofdinspecteur niet binnen was.
Toch?
Het geschamper over langharigen deed hij af als ‘discriminatie’.
Hij relativeerde het tot een tijdverschijnsel. 

En we hadden toch ook de helden uit de Gouden Eeuw leren bewonderen met hun lange haardossen die vaak genoeg pruiken waren.
‘Onbekend maakt onbemind’, stond als kop boven het verhaal met Dekker.
Hij was binnen geweest, hij kon goed oordelen, kende ook het verschil tussen
De Instuif en 't Dingetje. 
De Instuif stond onder leiding van ouderen. ‘Dat geeft een element van dwang,’ meende Dekker.
In 't Dingetje zag hij iets anders: daar maakte de jeugd het zelf uit.
Verlicht opvoeder als hij bleek te zijn beschouwde de hoge politiefunctionaris deze beatclub als de gelegenheid waar de jeugd zichzelf kon vormen, met onderlinge hulp, samen in gesprek komen over de maatschappij, in een kleine excentrieke gemeenschap.

Onder de excentrieke jeugd zelf ontstond ook die stemming: ‘Wie gaat er nou naar de Instuif?’
Hoofdinspecteur Dekker zag hoe onder de oudere Dingetjes het inzicht groeide.
‘De jeugd is zelfstandig geworden,’ betoogde hij in die herfst van 1967, ‘ze zijn volwassen geworden en kunnen zich niet meer met de gedragingen van de beatjeugd verenigen. 
Hun naïeve gedragingen moeten worden gezocht in het zogenaamd artistiek zijn van de jongens en meisjes, het na-apen van grote idolen en het afwijzen van alles wat op ‘raad van ouderen’ lijkt.’
Dekker, voort redenerend: ‘Langzaam komen deze jongeren tot de ontdekking dat die ‘burgerlijke’ wereld niets is om zich voor te schamen. Dat het mooi is om iets te presteren. Als ze zover zijn, zie je ze niet meer in een beatclub.’
De Instuif en 't Dingetje hebben de Sixties niet lang overleefd. 
Het pand van 't Dingetje werd afgebroken. 
Er kwam een parkeerplaats voor in de plaats, met de eerste Veenendaalse ALDI.   

As2O3, maart 1967 op de markt, graties optreden ter gelegenheid
van de geboorte van Willem-Alexander
Van voor 't Dingetje dateert een legendarische Veenendaalse beatgroep: As2O3.

Hij werd in 1965 opgericht door Hans Hiensch en Jan van der Wolf. 

Ze ontleenden de naam aan de chemische verbinding Arsenium Trioxide ofwel rattengif. 

Hun eerste optreden was in ´De Soos´, bij de Brugkerk. 

Ze hebben in totaal vier jaar bestaan, in wisselende bezetting met IJnze den Hengst, Cees van Hardeveld, Karel Helder, Ernst Kraft van Ermel, Jacob Brederveld, Ruurd Nijdam en Dirk van Doorn.
Ze plakten leuke stickers met de bandnaam op alle lantaarnpalen aan de Kerkewijk. 
Het repertoire was heel erg beat en heel erg van de tijd, met nummers als Paint it Black en Play with Fire van de Rolling Stones, Don’t Bring me Down van The Pretty Things, All Day and All of the Night van The Kinks, Touch van de Outsiders, Hey Joe van The Jimi Hendrix Experience en Dancing in the Street van Martha & The Vandellas.
Ze speelden ook eigen werk. 
Ernst Kraft van Ermel schreef The Sound of You and Me en The World was Mad Today
Jan van der Wolf schiep Guitar Piece.
Hij had de naam dat hij kon spelen als Eelco Gelling van Cuby & The Blizzards.
De band trad op bij Toni Boltini, maar ook op een paar roemruchte, legendarische Veenendaalse festivals.

Ver buiten Veenendaal ontwikkelde Amsterdam zich tot de Europese Hippie/hoofdstad van de Wereld, met poptempels als Paradiso en Fantasio. 

Dichter bij huis werden in de Utrechtse Jaarbeurs The Flights to Lowlands Paradise georganiseerd.
De eerste was op 28 december 1967, met Gloria, de Jan Hekert Experience, Op/Sounds, Porvocation en The Tykes, u weet wel. Het duurde achttien uur.
De entree was een tientje, met ontbijt. 

De tweede, een jaar later had een veel indrukwekkender affiche: Pink Floyd, The Zipps, Cuby & the Blizzards, The Bonzo Dog Doo-Dah Band en Tyrannosaurus Rex. 

De grote afwezige was de wel aangekondigde Jimi Hendrix. 
Daar hebben ze het nóg over, in Utrecht, dat Jimi er niet was.
Er kwamen 18.000 mensen.

In Veenendaal bleven ze niet achter. In het jargon van nu ging de jeugd bezig met cultureel ondernemen. 
Het bestuur van Circuit ´67 was de Utrechtse organisatie zelfs voor met het grote Garage Beatfestijn in de werkplaats van Hoogendoorn aan de Nieuweweg. 

Ik citeer De Vallei van 17 april 1967:
´Ongeveer 600 tieners, al dan niet geminirokt, bezochten het beatevenement en hun hippe verschijningen zorgden al spoedig voor een gepaste sfeer in de immense ruimte. 
De Utechtse band Wo?W exalteerde ´t jonge publiek vrijwel onmiddellijk en de meest vreemdsoortige dansen –identiek met de laatste beatmode- werden vol vuur en verve gedemonstreerd.´

Ster van de avond was de Brabantste zanger Armand, legendarisch geworden met zijn Ben ik te Min. Het beviel hem maar matig dat het biervolk achterin telkens luidkeels ´Já!´ riep als hij zijn beroemde vraag zong.
Er kwam nog een Festival, het moest het grootste worden tot dan toe. 
Het beatfestijn werd georganiseerd in de Eierhal, met als hoofdattractie The Small Faces, de Engelse band met Steve Marriott, Ronnie Lane, Kenny Jones en Jimmy Winston. 
Het festival vond plaats op 21 oktober 1967, na de historische Summer of Love, waarin The Small Faces hun psychedelische Itchycoo Park uitbrachten. 
Het brein achter de organisatie was de dan 23-jarige droger op de Hollandia Wolfabriek:
Fred Bruitsman. 
AVRO Beat girls
Hij moest 5000 gulden betalen voor een optreden van 35 minuten.
Er moest ook betaald worden voor onder andere Dirty Underwear, Les Baroques, Exception en de AVRO/beatgirls.
Bruitsman had geen sponsors, er waren geen commerciële activiteiten.
Hij moest vooraf toegeven dat het een gok was. Er moesten 1500 mensen komen om quitte te spelen. 

Bruitsman hoopte ook op volk van buiten Veenendaal.
Hoofdinspecteur Dekker –daar is hij weer- was heel sceptisch. 
Hij verwachtte hooguit 500 mensen. Bruitsman droomde al over een festival met The Kinks en Manfred Mann en zei langs zijn neus weg ook al contact te hebben met Jimi Hendrix, maar die was ziek en kon niet komen.
Het Beatfeest Eierhal werd een ramp. De hoofdinspecteur kreeg gelijk.
Er kwamen te weinig fans. 
Spencer Davis was woest na het optreden, omdat Bruitsman hem te weinig betaalde.
Zo was het ook met de andere groepen. 
De mensen die er wel waren hebben wel goede optredens gezien, kregen waar voor hun geld.

´De Spencer Davis Group bewees wel, dat ze hun roem niet alleen aan hun naam te danken hebben,´ zo stond in de recensie. 
Hoofdinspecteur Dekker was tevreden over het uitblijven van relletjes. Uit het krantenverslag: ´Het publiek bestond voornamelijk uit tieners'. 
Het grootste gedeelte kwam van buiten Veenendaal, zelfs uit Limburg en Noord-Holland.
In hun vaak bloemrijke kleren dansten, zaten of lagen de hippe vogels in de eierhal, of gingen in de Achterkerkstraat een luchtje scheppen.

Daar werden ze door een aantal nieuwsgierigen met gemengde gevoelens bekeken. 
Verwonderd, geïrriteerd en hoofdschuddend werd het hippe gevogelte gade geslagen als ´die jeugd van tegenwoordig´. 
Die jeugd vatte dit op als een eer en om nog meer op te vallen ging men zich nog vrijer gedragen. Het bleef gelukkig allemaal bij deze onschuldige geldingsdrang. 
Grote moeilijkheden deden zich niet voor. De hippies konden het best vinden met hoofdinspecteur Dekker, die tevreden achter in de eierhal zat om een oogje in het zeil te houden.´  
Meneer Dekker had de smaak te pakken. 

In 1968 werd hij lid van de Veenendaalse jeugdraad in oprichting en liet hij zich enthousiast uit over een nieuw festival in de Eierhal: Stick to Sticks, op 31 mei 1968. 
Het werd georganiseerd door Mik Thoomes, Hedda Buijs en de heer Van Pijpen, een zogenaamde man achter de schermen. 
Het festival moest de nieuwe jeugdraad een gezonde financiële basis opleveren. 
De entree was 4 gulden.
´Echt niet veel voor zo´n evenement,´ meende Mik Thoomes.
Hij rivaliseerde met Fred Bruitsman die zich eigenlijk de koning voelde.
Harry Dukker kwam met zijn fameuze lichtmachine die exotische vormen en vloeistofdia´s op de kale muren ging projecteren. 
Helemaal uit Veenendaal opende As2O3 het programma.
Op het affiche stonden verder Full House uit Utrecht, zanger Theo Snijders uit Amsterdam en The New Acoustic Swing Duo van de jazzy broers Peter en Han Bennink.
De 17-jarige Bert Jansen kwam de blues zingen en mondharmonica spelen. 
Dragonfly uit Vlissingen sloot de avond af.
Voor Jansen werd het een sof. Het publiek pruimde hem niet. Het optreden stopte na zeven minuten. Jansen schreef er later over in Aloha. Stick to Sticks is ook niet uit de kosten gekomen.

Dat was het wel zo´n beetje met de Veense variant van de Sixties.
Saai was het woord niet, weet je wel? 
Het was een stuk minder heftig dan in de hoofdstad, met Provo-happenings en straatrellen. 
Het was de Veenendaalse jeugd zelf die iets maakte van de nieuwe jeugdcultuur, compleet met een eigen blad, Perfume Garden en steeds het wakend oog van hoofdinspecteur Dekker.

Suzy Q was de naam van een nummer van Creedence Clearwater Revival. 
Gert Schoonderbeek vond het de beste naam voor een dancing in een oude fabriekshal van de VSW, aan de Nieuweweg. 
De Sixties waren voorbij. Samen met Hennie Bruitsman, Hans Slotboom, discjockey Jan Hoogerdijk, bestuurslid Frank van der Veen en portier Frans Peters bouwde Schoonderbeek aan één van de beroemdste disco´s uit heel de regio. 
In de jaren zeventig werd het ondernemen, popzaken doen.
Zo was het met Suzy Q. De alternatievelingen konden naar de Pomp.
Ik zei het al: je kon in die tijd in Veenendaal beter aan je trekken komen dan in Utrecht.
Het liep ook af. 
Suzie Q en de Pomp bestaan al lang niet meer.

Ik herinner me het festival Zomerpop nog, van 28 juni 1980. We waren terug in het stadspark. 
Gert Schoonderbeek was één van de organisatoren. 
Ze hadden een geweldige band staan, wat mij betreft de grootste die ooit in Veenendaal heeft gespeeld: The Cure, de band rond Robert Smith, bekend van hits als 17 Seconds en Killing an Arab
Het regende. Het was sfeerloos. De magie was verdwenen.
Stef Bos, van 12 juli 1961, houdt als zanger en muzikant de naam van Veenendaal hoog. 
Op 8 oktober presenteerde Theater de Lampegiet de British Pop Invasion, met de beste Engelse popmuziek uit de jaren zestig. 
Dat is leuk voor de nostalgie, net als een avond als deze. 
Als ik naar een band wil kan ik al lang in Utrecht blijven.
Ik vraag me af of de Veenendaalse jeugd van nu eigenlijk wel met een Dingetje bezig is. 

Tot zover mijn college. 

Leuk om te doen, en al die herinneringen op te halen.
Vooral om meer te weten te komen over de Sixties die ik in Veenendaal niet heb meegemaakt, eenvoudig omdat ik nog te jong was.

Ik baseerde me voor een deel op Veens Lawaai, het geweldige blog van Gerard Davelaar. 

Ook voor jullie een plezier om na te lezen.

Jeroen Wielaert (Veenendaal, 1956) is een Nederlands verslaggever, columnist en auteur.
Hij is vanaf 1984 werkzaam bij Radio 1, achtereenvolgens voor Veronica, NOS, VPRO, NPS en RVU als verslaggever, presentator en columnist op het gebied van kunst, cultuur, natuur & milieu, politiek en sport.
Hij versloeg voor Veronica Nieuwsradio de Val van de Berlijnse Muur en de nasleep daarvan.
Vanaf 1992 reist hij in verkiezingstijd de VS door voor de Mood of the Nation.
Bij Veronica was hij presentator van Sportradio en Cultuurradio.
Bij de NPS presenteerde hij Radio Uit, de voorloper van Kunststof en afleveringen van Spotlight (Radio 6).
Eind september 2012 begon hij als co-presentator van NTR's Lijn 1.
In 1986 was hij voor het eerst in de Tour de France. In 2013 voltooide hij zijn negentiende hele Ronde.
Naast het radiowerk schrijft hij onregelmatig voor Vrij Nederland, de Volkskrant, literair wielertijdschrift De Muur en maandelijks WielerlandMagazine. 
(wiki)

maandag 2 september 2013

Na 34 jaar: SUZIE Q Revisited

Suzie Q was in de jaren 70 "the place to be".
Het was veruit de grootste bar dancing in de wijde omgeving (capaciteit van 1100 bezoekers) en trok overal bezoekers vandaan.

Van harte welkom bij een bezoek aan de eerste Suzie avond sinds 1979!

Een typische Suzie Q advertentie uit 1973
De avond vindt plaats op 26 oktober 2013 in de Veenendaalhal aan de Nijverheidslaan in Veenendaal.

In de hal zal de inrichting en sfeer van Suzie Q zoveel mogelijk worden nagebootst.

De DJ van toen: Jan Hoogerdijk, waar als volgt over geschreven is:

'Je hebt zo'n rappe bek, je moet ook eens achter dat ding gaan staan', zegt Radio Noordzee disc jockey Peter Hollander ruim 35 jaar geleden tegen Veenendaler en toen nog broekie Jan Hoogerdijk.

Hij is samen met een vriend uit in discotheek de Lindenboom te Druten.

Niet veel later krijgt hij achter de draaitafel elk weekend duizend tot twaalfhonderd man op de dansvloer van Suzie Q, de beroemdste discotheek die Veenendaal ooit heeft gekend.
Hij zal ook aanwezig zijn, net als portier/uitsmijter Frans Peters.
Een stempel op de hand zorgt voor het jaren zeventig gevoel.


Voor uitgebreide informatie: SUZIE Q

http://www.suzieqveenendaal.nl/

dinsdag 8 januari 2013

As2O3 IN ESCAPE

Bandleden van The Royal Rockers, Quibus 5 en As2O3 voor restaurant De Beproeving

Het tot nu toe laatste reünie optreden van de Veenendaalse beatgroep As2O3 vond plaats in Escape in Veenendaal op 28 april 2007.
De eerste reünie was op 16 september 2001 in de Lampegiet in Veenendaal, net als het tweede optreden, op 9 maart 2003.
De concerten werden georganiseerd door Jan Slagman en Sjerrie Nijenhuis onder de naam 60's Revival Veenendaal
Deze optredens werden verzorgd door Hans Hiensch, zang en orgel, Kees van de Klift, gitaar en zang, Ernst Kraft van Ermel, gitaar en zang, Cees van Hardeveld, bas en Karel Helder, drums.


Het derde optreden werd gegeven in Restaurant De Beproeving op 18 september 2005.
Ernst Kraft van Ermel werd vervangen door Arjan van Gestel (gitaar, zang).
Dit is ook de bezetting van dit laatste optreden in de Escape, waar Peter van Tuil (Snowy Wood) een paar nummers als gast drumde

Natuurlijk wist ik dat ik dit optreden op video vastgelegd had, maar ik had de tape niet goed opgeborgen en vond hem onlangs pas terug.

Hieronder  het complete optreden.

Tevens weet ik dat een ander persoon dit ook heeft gefilmd.
Wil die contact opnemen?
Dan kunnen we misschien een multicam van de twee opnames samenstellen.







Sixties Revival in Escape

Jan Hoogerdijk, Sjerrie Nijenhuis en Gerard Davelaar in de Lonestar Studio, 2001
Zaterdagavond 10 mei (2008) wordt de vijfde editie van Sixties Revival Veenendaal gehouden in Escape.
In 2001 namen Sjerrie Nijenhuis en Jan Slagman het initiatief en tilden het spektakel van de grond.
Het festival heeft zich inmiddels een vaste plaats veroverd tussen jaarlijks terugkerende evenementen zoals het Bokbierfestival en het Jazzfestival.

De Veenendaalse band Relax maakt straks weer zijn opwachting.

Beatgroep Relax begon in 1967 met onder anderen Frans Davelaar, Han op de Woert, Henk Stoffer en Jim van Egdom.
Er werd geoefend in een schuur achter het huis van één van de bandleden; de buren waren beduidend minder enthousiast.
Frans: "Ons eerste optrede was in De Instuif, waar wij zelf regelmatig kwamen voor een drankje en op zoek waren naar vrouwelijk vertier."
Later waren er diverse optredens in Veenendaal en omgeving.
In de loop van 1968 kwamen we er achter dat de kosten hoger waren dan de baten.
Ook kregen de verschillende bandleden verkering en andere interesses, dus was dat het (tijdelijke) einde van Relax.

Dansavonden
Toch bleven de bandleden betrokken bij de muziek.
Ze organiseerden dansavonden bij de Eikelenkamp in Elst en popfestivals in Veenendaal met onder anderen Golden Earring, The Bintangs en Rob Hoeke.
Ook waren zij betrokken bij de oprichting van Suzy Q, een discotheek in de Oranjestraat.
Maar werken, trouwen en een gezin stichten werd toch belangrijker gevonden dan de muziek,
Relax leek definitief verleden tijd, maar een balletje kan raar rollen.
Frans: "In 1990 ontdekte ik een oefenruimte waarin de apparatuur al gereed stond. 
We zochten contact met elkaar en zijn weer begonnen met repeteren, uit pure hobby en als uitlaatklep voor de dagelijkse beslommeringen.
We vulden de band aan met een organist en een sologitarist. Daardoor werd de muzikale invulling nog completer".

Reünie
In 1993 was er weer een eerste optreden, met heel veel succes. Het plan werd opgevat om regelmatig een reünie te houden voor leeftijdgenoten, en voornamelijk voor oud-leden van de Instuif.
Nagenoeg ieder jaar werd er vanaf dat moment een reünie gehouden, met muziek uit de sixties.
Henk Stoffer: "Vorig jaar hebben we opgetreden in Escape, tijdens het vierde Sixties Revival.
Dat was ons laatste optreden, maar Escape stond op z'n kop en de sfeer was niet te evenaren. Het wat oudere publiek, dat normaal niet in Escape komt, werd meegesleept door onze muziek en het dak ging er af. Dat gaf voor ons de doorslag om verder te gaan met onze muziek en een volgend optreden te plannen."
(Co Keulstra - 29 april 2008)