vrijdag 28 maart 2014

BEELDENDE KUNST IN VEENENDAAL

In galerie 't Lanterentje:
Aat Veldhoen, een romantisch realist met heel gevoelige lijnvoering

Als ik in dit blad trouw de rubriek "Kijk op de kerk" volg, en daarin regelmatig de woorden van predikanten en priesters lees bij gelegenheid van komst of vertrek, spreekbeurt, lezing, causerie of vraaggesprek, denk ik wel eens ondeugend en oneerbiedig: De Heer ziet uit den hoge glimlachend op ons neer en zegt: "Lieve mensenkinderen, alles heb Ik u gegeven. Ik schonk u Mijn Zoon, Ik schonk u leven, rede, wil en gevoel, kennis, wetenschap en kunsten, vernuft en Mijn schone schepping. Enigen uwer werden bestuurders In hun gebied, mannen groot door gezag, en begaafd met voorzichtigheid, machthebbers onder uw volk, die door hun verstandig beleid aan de hunnen het heilzaamste onderricht geven. Anderen dichten zangen op maat en stellen liederen op schrift of zijn op andere wijzen scheppers van schoonheid. Sommigen van u kappen beelden die zij weten te bezielen met leven. Of zij schilderen landschappen, stillevens en portretten waaruit Mijn beeld en gelijkenis uitstraalt.
Ook zijn er die de ruimte weten te omhuilen en kerken, raadhuizen, woningen, scholen en stations bouwen. Weer anderen beoefenen de kunst van het vuur en branden glas of kneden potten, schalen en vazen.
Maar gij?
Vaak waardeert gij alleen de arbeid, het vernuft, dat gij in de techniek zo hoog opvoert dat gij de ruimte kunt ontdekken en zachte landingen op de maan weet te doen. Of gij beijvert u met theologische vraagstukken en geschillen uw geest te pijnigen. Gij vergeet dikwijls geheel te genieten van Mijn schone schepping, die uit Mijn hand voortkwam, en van de werken van kunst, waartoe Ik het vermogen aan enkelen van u in het hart legde …"

Ik kwam tot deze bijbelsgetinte gedachten toen ik weer mooie dingen zag in Galerie 't Lanterentje.
Ditmaal is het Aat Veldhoen, een nog jong kunstenaar uit 1934, die etsen, litho's, rotoprenten en schilderijen toont.
Veldhoen is uitgesproken een wat romantisch geaard realist.
Hij wendt  zich tot de natuur vaak in haar grootse verlatenheid, maar vooral tot de mens die hij in de grote perioden van het leven uitbeeldt: huwelijk, geboorte, jeugd, bloei, ziekte en dood. Hij weet die grote motieven neer te schrijven in heel gevoelige lijnen die verwondering, weemoed, deernis en tederheid vertolken.
De zieke vrouw (5), een ets uit 1959, is Rembrandt waardig, evenals de zieke (12) in 1962 ontstaan.
De operatie (34) uit 1962 is minder sterk, minder geheimzinnig, minder de riskante situatie van de mens verbeeldend dan die uit 1959, die ik eerder elders zag.
Van de vele narcose- en intubatieprenten is er maar één aanwezig, de navrante tekening no. 40. (Intubatie is het brengen van een buisje in de luchtpijp.)
Maar meer dan de ziekte fascineert hem de geboorte van de mens, de zwangere en barende vrouw.
Het wonder van de komst in het leven geeft hij vaak in grote verwondering en met eerbied vrijmoedig weer, zoals in no. 25.
Het mysterie van de liefde, de wederzijdse overgave, obsedeert hem fel.
Delicaat en als verdroomd is bovenal no. 20, waarvan een vergroot detail (18) de levendige lijnvoering toont.
Veldhoens prent brengt mij het kwatrijn van Omar Khayyam op de lippen (vertaling P. C. Boutens):

Mijn dorst lei lippen aan kruiks koelen mond.
Sliep het geheim des levens op haar grond
Daar voer een fluistring door de vochte kussen:
Drink lang en diep: Ik kom maar één maal rond.

In enige prenten ontbreekt naar mijn ethische, dus niet esthetische, smaak de nodige schroom.
Het levensmysterie, het liefdesspel vraagt omhulling, beschutting.
Ik schrijf dit niet als zedelijkheidsapostel maar omdat een dergelijk rauw realisme de liefdesdaad van alles ontdoet, van droom, trance, tederheid, geborgenheid, in één woord van het psychische en niets dan het biologisch-driftmatige animale overhoudt.
De coïtus verwordt hier tot copulatie. Veldhoen wil toch niet Van de Velde's technieken in diens Volkomen huwelijk illustreren?
Daarvoor is hij een te groot en te begaafd artiest.

Gekleurde vrouw
Een prent als moeder en kind (38) uit 1958 is in tegenstelling met genoemd choquerend realisme vervuld van eerbiedige tederheid, evenals de prent met hetzelfde onderwerp uit 1964, opgehangen aan de wand met rotoprenten.

De jeugd. de levensbloei, is een gegeven dat Veldhoen herhaaldelijk behandelt. De vele naakten en halfnaakten in uiterst gevoelige lijnen getekend zijn heel fraai: Veldhoen idealiseert het vrouwelijke lichaam niet zoals de meesters van de Renaissance deden.
Door scherpe waarneming verbeeldt hij het met grote respectvolle oprechtheid, maar weet het door zijn gevoelige lijnvoering te sublimeren. Heel mooi zijn bovenal de nummers 6, 11 en 16 In deze serie.
Aangrijpend Is het verval van de mens (27) uitgebeeld in de naakte oude vrouw.

Ik noemde hierboven al de naam Rembrandt, aan wie Veldhoens prenten vaak doen denken.
Ook Rembrandts etsen bezitten vaak dat beklemmende en dan weer bevrijdende realisme waarmede hij de mens in zijn verschijning en daden gadesloeg.

Veldhoen is ook een bekwaam portrettist. Het pièce de résistance van deze tentoonstelling is ongetwijfeld het portret van de kunstenares Ro Mogendorff (8) een litho uit 1962.
De ogen in het hoofd dat rust in de grote gevoelige handen zien ons aan alsof de geportretteerde zeggen wil: Multatuli, ik heb veel geleden.
De andere portretten. dat van de vliegenier, de priester, de militair, de bisschop, zijn minder indringend van karakteruitbeelding.

Slapende vrouw
De natuur, het landschap, de vegetatie laten Veldhoen evenmin onberoerd.
Zijn landschappen zijn vaak donker en dreigend, vervuld van een mysterieuze geladenheid.
Ik denk aan de nummers 28 en 32 en het fraaie landschap met agave (31) en no. 33 met de suggestieve ruimteverbeelding, dat het realisme van 17de-eeuwse landschapetser voortzet.

De vegetatie krijgt bij Veldhoen iets vreemds, spookachtigs als in de cacteeën (15) uit 1960, de schelpachtige figuren (37) en de betovering van riet en bomen aan de wand met rotoprenten.
(Met de geringe prijs hiervan tracht Veldhoen een zo groot mogelijk publiek te bereiken.)
Tussen die prenten vielen mij op de bekoorlijke roos, de duistere vijver en de palmen.

Veldhoen is de laatste jaren gaan schilderen. De monsterachtige ruimtevaarder (14) uit 1958 is zwak van compositie en kleurstelling. In het kanon (19) en de raketten (1) poogde de schilder een suggestie van onheil te beelden, hetgeen niet erg gelukt is. Veel beter zijn de twee portretten van exotische vrouwen (23 en 29), de psyche onthullend, maar bovenal fraai van kleurwerking.

Samenvattend: een rijke expositie van werken van een begaafd kunstenaar, die vrijmoedig, hartstochtelijk en vol emotie het leven tegemoet treedt, een tentoonstelling, een bezoek zeker waard.

D. Philips.
(De Vallei, 7 juni 1966)

Ook ik heb deze tentoonstelling bezocht in 't Lanterentje, in mijn beleving een onbewoonbaar verklaarde woning ergens in de Hoofdstraat. Ik kende Veldhoen van zijn rotaprinten, met vetkrijt op gepolijste aluminium platen een tekening maken en vervolgens afdrukken als een litho. Lekker snel, zonder zware lithostenen. De prenten werden gedrukt op de persen van de offsetdrukkerij Peco te Amsterdam. Aat Veldhoen verkocht zijn Rotaprinten voor fl. 1.- vanaf een bakfiets. De oplages waren niet gelimiteerd, en worden nog steeds aangeboden voor redelijke prijzen. Het was ook de eerste keer dat ik vrijwillig naar een galerie ging.
(gerard)

Geen opmerkingen: