donderdag 13 april 2017

Wout Blauwkous over Stick to Sticks


Het waren allemaal"sticks voor niks",  afgelopen vrijdagavond in de eierhal.

De Veenendaalse jeugdraad ging met zijn uitbundige start de mist in.
En de eierhal bijna in de fik.
Ik constateer dit alleen maar.
U moet hierachter geen vorm van leedvermaak zoeken.
Dat kun je bij personen van mijn generatie nog wel 'es bespeuren.
Ik ben d'r zo een tegen het lijf gelopen van de week.
Het is niet een van de plezierigste mensen die mij van tijd tot tijd tot staan brengen om - meestal onverzocht - hun mening op het plaatselijke gebeuren te lozen.
Eén van de mensen die zich meestal ergeren aan wat anderen op poten zetten.
Omdat ze het zelf wel tot woorden brengen, maar de daden aan hun medemensen over laten.
Hij had het allemaal wel voorzien: de afgang van de jeugdraad bij het eerste optreden naar buiten.

En hij vond het maar goed ook.
"Als we alles maar laten begaan, maken de wilden op den duur de dienst uit en komen de bezadigde, goedwillende, mensen niet meer aan bod" was zijn mening.

Ik meende zelfs enige verkneuteringen bij hem waar te nemen over het mislukken van de happening in het aangevreten gebouw in het Achterkerk, waar wekelijks nog slechts de productie van enkele Barnevelders wordt verhandeld en dat verder zo af en toe dienst doet als weegplaats voor varkens die gekeeld moeten worden.
Zichtbaar demonstreerde hij een dosis leedvermaak over het mislukken van de jeugdbijeenkomst.
In gedachten heb ik hem dan ook maar de zegen gegeven, want met dit soort personen valt geen woord te wisselen dat toevallig niet in hun eigen mening thuishoort.
De jongelui mogen het best weten: ik heb me ook afgevraagd of dit nu wel de juiste manier was om te laten zien dat je er bent.
John vd Klift als sandwichman
Dat je bestaat.
En wat je uitdraagt.
Ik meen dat een college, dat zich jeugdraad noemt, tracht de gehele jeugd van Veenendaal te vertegenwoordigen.

Dat daarin de verschillende gezichtspunten van de plaatselijke jeugd in al haar geledingen worden gebundeld en dat men vanuit die gemeenschapsgedachte tot handelen overgaat.
Het voorgaande lijkt op een zin uit een rapport van de een of andere wijsneus in de sociologie of weet ik-wat-voor-etaleur van eigentijdse gedachten, maar ik hoop dat u het begrijpt.

Jongelui die vandaag-den-dag hun vrije tijd opofferen om ouwe karkassen met kunstvezel te behangen voor hun soortgenoten heb ik altijd nog liever dan het slag - en dat is verreweg in de meerderheid - dat op het gat gaat zitten afwachten wat een ander er allemaal wel van gebrouwen heeft.

Wat dat betreft mag ik niet anders dan de actie die de jeugdraadleden hebben tentoongespreid prijzen.
Maar was dit wel de manier om "hoi" te roepen?
Wat is hiermee bewezen?
Slechts, dat een aantal van vierhonderd hippies belangstelling hebben voor een evenement met keiharde muziek, drillende beatmeisjes en een vuurtoren met technicolor.
Dan wil ik nog buiten beschouwing laten de lummels die de aanstekers wat te los in de zak zaten en die in hun onnozelheid niet hebben voorzien wat er gebeurd zou zijn als het vuur meer vat gekregen had op het brandbare feestlokaal.
Misschien kunnen ze zich nog herinneren wat er destijds in Brussel is gebeurd.
Ik kan niet anders dan vaststellen, dat de Veenendaalse jeugd tegen deze wijze van verpozing heeft gestemd.
Er is niet voldoende behoefte aan deze vorm van ontspanning.
De jeugdraad heeft erom gevraagd om dit te laten zien.
Welnu, men is er nu achter.
We wachten met belangstelling op de democratische samenstelling van de definitieve jeugdraad.
Dat zal gebeuren door middel van verkiezingen.
Een stemming waaraan iedereen tot een bepaalde leeftijd kan mee doen.
Ik hoop van harte voor de voorlopige jeugdraad, dat men een beetje meer dan vierhonderd stembriefjes in de bussen krijgt.
Want wil het zaakje op een democratische manier van de bodem komen dan zal de jeugd zich in diverse variëteiten moeten hebben uitgesproken.
Is dit niet het geval en blijft de deelneming aan de stemming beperkt tot een paar honderd belangstellenden dan moeten we nuchter vaststellen dat een jeugdraad geen bestaansrecht heeft.
Dan zou de raad slechts een liefhebberijtje van een aantal lieden zijn.
Maak er dan maar een clubje van.
(7 juni 1968)

Geen opmerkingen: