De gemeente probeerde daar in 1966 een positieve draai aan te geven door de leegstaande Kokse school aan de Nieuweweg tijdelijk te verhuren aan een aantal mensen die er een beatclub wilden beginnen.
De school was oud en vervallen, maar toch bestond de club van november 1966 tot de lente van 1969, toen het gebouw uiteindelijk gesloopt werd.
De oprichters van Beatclub N.V. 't Dingetje waren:
Henri Bruitsman
Peter Pilon (de latere huisarts)
Dick Vink
Eddie den Braber, die al snel weer verdween en
Dirk de Gooijer die er wat later bijkwam.
Bij de oprichting was Dick Vink de enige die een baan had, (bij de SKF).
De anderen waren scholieren.
De oprichting vond plaats ergens in 1966.
Na een bestuursoverdracht in 1967 bleef Henri Bruitsman over samen met zijn broer Fred en Hans Slotboom. Volgens Dick Vink waren bestuursleden medewerkers, die hielpen bij de organisatie.
Peter, Dirk en Dick stopten bij de overdracht van het oude naar het nieuwe bestuur, zoals aangegeven in de aktes.
BURGEMEESTER OPENDE BEATCLUB
De school op de hoek van de Hoogstraat en de Nieuweweg heeft aan de binnenzijde een metamorfose ondergaan, die nergens meer herinnert aan de "Kokse-school".
Nu is er de tiener- en beatclub N.V. 't Dingetje gevestigd, die gisteravond (18 november 1966) officieel door de burgemeester, vergezeld van de wethouders Koppenberg en Bastmeijer en hoofdinspecteur Dekker, werd geopend.
Hij scheurde, als officiële daad, een papieren lint door dat tussen de twee lokalen, die de club in gebruik heeft, gespannen was.
Het is de bedoeling van de directie dat er voorlopig op vrijdag-, zaterdag- en zondagavond gedanst zal worden.
Voor de eerste dansavond vandaag (19 november 1966), heeft men de band Lijn 6 naar het schoolgebouw weten te halen.
(Verderop een fotoreportage van dit optreden)
"Ik mag eraan herinneren dat ik enkele gesprekken met jullie heb gehad, waarin duidelijk werd gesteld dat ik bereid was mee te werken aan het zoeken naar een onderkomen, indien alle activiteiten binnen de perken van orde en wet enerzijds en fatsoen anderzijds blijven" aldus de burgemeester in zijn openingsspeech.
"Ik kan niet garanderen hoelang jullie van deze ruimte gebruik kunnen maken, maar als jullie eruit moeten, ben ik bereid weer te helpen zoeken naar een andere oplossing".
Zich speciaal tot de directeur van de N.V. wendend, zei de burgemeester:
"Jullie hebt een N.V. gesticht en ik neem aan dat je op eigen benen kunt staan.
N.V. 't Dingetje vind ik een prachtige naam, waaruit nog van alles kan groeien.
Misschien wordt 't Dingetje nog wel eens een Ding".
Een N.V. geeft aandelen uit en jullie hebben waarschijnlijk nog van alles nodig.
Ik wil graag een aandeel kopen ter waarde van een tientje.
Ik doe dit privé omdat de gemeente natuurlijk niets kan doen".
Behalve het kopen van het eerste aandeel bood de burgemeester een aantal flessen aan ("De flessen zijn grandioos leeg, je hoeft er niet meer aan te ruiken!"), voor de versiering van de bar.
De heer Vink, directeur van de spiksplinternieuwe N.V. bedankte de burgemeester voor zijn woorden. Hij zegde toe dat er altijd vier bestuursleden aanwezig zullen zijn om de orde te handhaven en beloofde plechtig dat iedereen die zich niet fatsoenlijk zou gedragen, eruitgezet zou worden.
De aanwezigen maakten na het officiële gedeelte een rondgang door de beide lokalen, waarbij de versieringen van muren een plafonds veel waardering kregen.
(De Vallei, 19 november 1966)
Personen: Peter Pilon, Dick Vink, Henri Bruitsman en Dick de Gooijer |
Als je in de hal van ’t Dingetje binnenkwam zag je een aantal kinder wc-tjes.
Die wc-tjes waren zo klein dat je er niet goed op kon zitten.
Dus: wij naar de vuilnisbelt bij de Rode Haan en daar een grote oude fauteuil opgehaald.
Henri Bruitsman was de knutselaar.
Wat zijn ogen zagen, konden zijn handen maken.
Hij sloopte het zitgedeelte uit de fauteuil zodat er precies een wc-tje in paste.
Zo hadden we een "Royal WC".
Als openingsact moest de burgemeester in de fauteuil plaats nemen en vervolgens de wc doortrekken.
Een fotograaf van de Vallei zou dit vastleggen.
Echter wethouder Koppenberg, die in de plaats van de burgemeester kwam voor de openingsact, had hier geen zin in.
Scheisse ja.
We moesten er toen een klassieke opening van maken, met een strook papier in de deuropening, die de wethouder kapotscheurde.
(Dick Vink)
LES BAROQUES IN VEENENDAAL
Opnieuw komt er een landelijk bekende beatgroep naar Veenendaal.
Zondag, 7 mei 1967, spelen Les Baroques in N.V. 't Dingetje. Hun optreden begint om half drie. De toegang staat open voor leden. Binnenkort komt er een nieuwe langspeelplaat uit van Les Baroques, die al vier singles en een LP op hun naam hebben staan. (5 mei 1967)
HARDE BEAT IN RUSTIG DINGETJE
Gistermiddag (7 mei 1967) stonden ruim tweehonderd tieners uit Veenendaal en omgeving roerloos te luisteren naar de prestaties van één van de beste Nederlandse beatgroepen: Les Baroques.
Het concert werd gegeven in de Veenendaalse beatclub 't Dingetje.
De zes Baarnse jongelui ontnamen iedereen de lust tot dansen, overigens was daar maar weinig plaats voor, en dwongen alle beatliefhebbers ademloos te luisteren en te kijken naar hun muziek en show.
Het was dan ook vakwerk.
De muziek, meer dan duidelijk hoorbaar, werd goed gebracht.
De zanger van de band, Michel, scheen onvermoeibaar.
Al kronkelend en springend werkte hij zijn repertoire af, dat bestond uit keiharde beat en nummers, die twee jaar geleden nog jazz heetten, maar nu tot de Rhythm & Blues worden gerekend.
De techniek van de musici was bijna perfect.
Vooral organist René viel op door zijn vaak razendsnelle spel.
Alles was prima afgewerkt.
De groep had veel succes, al was dat niet zo duidelijk merkbaar: er werd niet geapplaudiseerd, niet geschreeuwd, niet gefloten.
Leider en basgitarist Robin vertelde: "Applaus gaat eruit. Er wordt bijna niet meer geklapt in beatclubs. We vinden dat ook fijn. Aan dat klappen en schreeuwen hebben we een hekel".
De band had ook een hekel aan de lichteffecten, die enkele jongens veroorzaakten door lampen aan en uit te draaien: "Ze doen dat vaker in beatclubs.
Wij houden er niet van.
Je moet het alleen met muziek kunnen en er verder niets bij nodig hebben".
Vanaf september 1966 bestaat de groep uit Michel van Dijk, zang, Frank Muyser op gitaar, saxofoon en mondharmonica, René Krijnen op de toetsen, Robin Muyser op basgitaar en Raymond van Geytenbeek op drums.
Over het publiek waren ze goed te spreken. "Het is een gezellige beatclub".
Volgens Robin maakte de club weinig verschil met een club uit de stad:
"Het is nergens zo ruig als men wil doen geloven".
(De Vallei, 8 mei, 1967)
Dirty Underwear in 't Dingetje
In de Veenendaalse beatclub N.V. Het Dingetje" speelt zaterdagavond de bekende Nederlandse beatgroep Dirty Underwear.
Deze Eindhovense beatgroep heeft vooral bekendheid gekregen door hun regelmatig optreden in de Eindhovense studentensociëteit De Wasscherij.
Hans (1946), Jacques (1945), Puck (1944) en Willem (1947) vormen de groep.
"We heten ook wel kortweg Dirty, en op het drumstel hebben we maar Dirty U gezet, maar officieel heten we Dirty Underwear," zegt Hans.
Jacques drumt, Puck speelt rhythm gitaar en als het moet ook mondharmonica.
Net als Willem en Hans zingt hij ook nog.
De basgitaar wordt bespeelt door Willem, Hans sologitaar.
Dirty is enorm goed, Het repertoire dat ze opbouwen met nummers van Wilson Pickett, The Animals, Otis Redding, John Lee Hooker en Solomon Burke is bijzonder goed en wordt op uitstekende wijze ten uitvoer gebracht. Peter Koelewijn gaat hun eerste single produceren, die door Dureco op de markt zal worden gebracht. Eveneens binnen afzienbare tijd volgt een optreden voor de TV.
Deze jongens vormen samen een zeer homogene groep en zij spelen soul-muziek, een bepaalde vorm van de oude Amerikaanse blues, waarbij de emotie een grote rol speelt.
Over het algemeen steekt deze doorleefde vorm van blues ver boven het normale beat peil uit.
De Dirty begint om half acht te spelen. (25 mei 1967)
Ook ouderen zijn welkom
BEAT JEUGD ZET ZICH IN VOOR ISRAEL
Vanavond wordt in de Veenendaalse beat club N.V. 't Dingetje een show- en dansavond gehouden waarvan de opbrengst bestemd is voor het actiecomité-Israël.
De avond wordt verzorgd door de Veenendaalse beatgroep As203, die samen met het bestuur van N.V. 't Dingetje volkomen belangeloos tot de organisatie van dit festijn is overgegaan.
Hans Hiensch, de zanger van de band, liep al enkele dagen rond met het idee iets voor Israël te doen.
Gisteravond kwam hij, samen met de manager van de beatgroep, Jaap Budding, plotseling op het idee een show te geven, waarvan de opbrengst ten goede zou komen aan Israël.
Onmiddellijk hebben zij contact opgenomen met het bestuur van beat club NV 't Dingetje, dat spontaan met het idee instemde.
De beatgroep speelt voor niets en het bestuur van de beat club stelt de zaal gratis ter beschikking.
De entree prijs kan ieder voor zich bepalen.
Wel is er een minimumprijs van fl. 0,75.
Ook ouderen zijn welkom: "Al is het alleen maar om de entree te komen betalen", zei Hans.
Gisteravond laat zijn de jongens nog begonnen met het maken van een aantal affiches, om zoveel mogelijk mensen van de actie op de hoogte te stellen.
Vandaag hoopten de leden van de band vrij van school te kunnen krijgen om nog eens goed te repeteren en een speciaal voor deze gelegenheid gecomponeerd nummer in te studeren.
De avond begint om half acht en gaat net zolang door, tot er genoeg geld is binnengekomen naar de zin van de organisatoren.
hr. Palache |
Bij de geboorte van prins Willem-Alexander speelden zij op de markt in Veenendaal, vlak nadat het nieuws van de geboorte bekend was gemaakt.
Hopelijk wordt hun spontaniteit beloond met een grote opkomst, niet alleen van beat liefhebbers, maar ook van ouderen.
"Die krijgen ook waar voor hun geld", aldus solo-gitarist Jan van de Wolf, "want die kunnen gelijk eens zien hoe het er in een beat ciub aan toegaat. Het is echt wel de moeite waard".
De beatgroep speelt vanavond niet alleen gratis, As203 laat er zelfs een optreden voor schieten.
Ook van de beat club N.V. 't Dingetje is het een bijzonder mooi gebaar.
Normaal is de club op vrijdagavond niet gratis, As2O3 laat zij zonder meer hun ruimte gebruiken voor deze actie.
De opbrengst zal worden overgemaakt aan de heer Palache, voorzitter van de Collectieve Israël Bond.
(De Vallei, 9 juni 1967)
RUMOER ROND N.V. 'T DINGETJE
De Beatclub 't Dingetje kreeg van het nieuwe bestuur een nieuw interieur en exterieur.
Zowel veel ouderen als een groot deel van de jeugd is niet bijzonder te spreken over de huidige gang van zaken. "De gezellige sfeer is weg. Het is te commercieel geworden", zegt de jeugd.
De twee Veenendaalse jongens Karel Helder en Will van Essenveld zijn bijzonder verontwaardigd over bepaalde activiteiten van het nieuwe bestuur van de beat club N.V. 't Dingetje.
Zij beweren namelijk, dat dit bestuur onder valse voorwendsels en gebruik makend van hun naam, twee bekende artiesten heeft geëngageerd.
Overigens zijn zij niet de enigen die zich ergeren aan het gedrag van de nieuwe beatclub leiders.
Ook een groothandelaar in bier, limonades en wijnen, heeft nog een appeltje te schillen.
Hij wacht nog steeds op de betaling van enkele vrij grote en vrij oude rekeningen.
Grote schulden niet betaald
Karel Helder vertelt dat hij samen met Will van Essenveld de beroemde Belgische zanger Ferré Grignard had geëngageerd voor een optreden in een garage te Veenendaal in oktober (1967).
"We hadden de zaak al helemaal mondeling met de manager van de zanger, Bob Majoor, geregeld. We hoefden alleen nog maar op te bellen waar en wanneer het optreden precies zou plaatsvinden".
Het voornaamste van deze zaak is echter dat de jongens na vele moeizame onderhandelingen een aardig bedrag van de gage van de zanger wisten af te pingelen.
Dit laatste kwam het bestuur van 't Dingetje ter ore:
"Zij hebben toen opgebeld en gezegd dat het optreden waarover wij met Bob Majoor hadden gesproken in 't Dingetje zou plaatsvinden".
De manager, die in de veronderstelling was, dat hij met Karel en Will te doen had, ging hiermee akkoord.
Hij beloofde zelfs ervoor te zullen zorgen dat de beroemde Amerikaanse gitaar-virtuoos Jimi Hendrix met zijn begeleiders mee zou komen, eveneens voor een zacht prijsje.
Zo werd ook dit buitenkansje voor de neuzen van Karel en Will weggekaapt.
"We kunnen er niets tegen doen", zegt Karel teleurgesteld.
"Alles is getekend, het contract opgesteld en de datum van het optreden bepaald".
Te jong
Will van Essenveld is zelf vanaf de oprichting van Beat club N.V. 't Dingetje lid van bestuur geweest. Enige tijd geleden heeft hij voor zijn bestuursfunctie bedankt.
"Ik kon mij niet verenigen met de werkwijze en het gedrag van het nieuwe bestuur", zegt hij. "Ik schaamde mij als ik in de club kwam de laatste tijd".
Het publiek dat 't Dingetje bezoekt is te jong.
"De jeugd beneden de zeventien jaar moet naar "de Instuif" gaan", zegt Karel, anders komt er volgens hem niets van terecht.
Ook over het gedrag van dit jeugdige publiek is hij niet erg te spreken:
"Ze drinken stiekem bier en cognac, en dat voor kinderen van 15, 16 jaar".
Er was nog iets waar ex-'t Dingetje bestuurder Will zich niet mee kon verenigen;
"De club wordt aan derden verhuurd", zegt hij.
Het oude bestuur huurt het gebouw aan de Nieuweweg nog steeds voor weinig geld van de gemeente: gas, water en elektriciteit gratis.
"Enkele leden van het oude bestuur verhuren nu het gebouw aan het nieuwe bestuur, maar dan natuurlijk voor meer geld dan zij de gemeente moeten betalen".
Will voelde er niets voor hieraan mee te doen.
Ook een groothandelaar in bier, limonades en wijnen, heeft meer met het oude bestuur op dan met het nieuwe.
Evenals de vorige leiders van de beat club, betrekken ook de huidige directeuren alle frisdranken van zijn zaak.
Vroeger had hij echter nooit te klagen over de betaling:
"Dat ging prima.
Er werd altijd vlot afgehandeld … tot het huidige bestuur kwam.
Ik wil het bedrag niet noemen wat ze mij verschuldigd zijn, maar het is wel de moeite waard".
Geruchten
Er gaan vele geruchten over 't Dingetje in Veenendaal.
Niemand weet wat zich tijdens de besloten fuiven in de club afspeelt.
De serieuze jeugd van Veenendaal zou graag zien dat er een andere gelegenheid voor de jeugd komt. Karel, Will en een ander ex-bestuurslid van N.V. 't Dingetje, Wim van Schuppen, om dezelfde reden als Will afgetreden, willen aan deze wens gehoor geven.
Zij zijn bezig met het zoeken naar een nieuwe, gezondere gelegenheid.
Daar zullen geen bands optreden en er zullen alleen personen van achttien jaar en ouder worden toegelaten.
Deze club zal een opener karakter krijgen.
Het is alleen zo moeilijk iets dergelijks te organiseren, zeggen de jongens, maar ze blijven zoeken naar de middelen en ruimte om hun doel te bereiken.
(de Vallei, 13 september 1967)
Geachte redactie,
Naar aanleiding van uw artikel 'Rumoer rond NV 't Dingetje' in de Vallei van 13 september 1967 willen wij het volgende commentaar geven.
De heren Will van Essenveld, Karel Helder en Wim van Schuppen, hebben nooit, ook niet vanaf het begin, in het bestuur van NV 't Dingetje gezeten.
Er is thans helemaal geen sprake van een nieuw bestuur, maar van een organisatorische leiding onder supervisie van het bestuur.
Onder deze leiding draait NV 't Dingetje nu zegge en schrijve 4 weken.
Het is dan ook erg raadselachtig hoe wij in deze korte tijd aan oude en grote schulden kunnen komen.
Temeer daar volgens het artikel zelfs de jeugd zegt, dat het te commercieel geworden is.
Verder worden wij door de zegslieden Essenveld en Helder van achterbakse praktijken beschuldigd, in verband met het engageren van buitenlandse artiesten.
De feiten zijn, dat bovengenoemde heren namens het bestuur van NV 't Dingetje (waartoe zij niet gerechtigd waren, omdat zij daarin geen zitting hadden) Ferré Grignard hadden geëngageerd om in een garage op te treden.
Hetgeen door genoemde artiest pertinent werd geweigerd.
De zaakgelastigde van Ferré Grignard in Nederland heeft hierna contact opgenomen met de organisatorische leiding van NV 't Dingetje over een optreden van Ferré Grignard in Veenendaal, hetgeen vanzelfsprekend door ons geaccepteerd is.
Het gezegde van Karel Helder; dat de jeugd beneden 17 jaar naar de Instuif moet gaan, vinden wij absurd.
Waarom mag de jeugd onder 17 jaar niet méér mogelijkheden hebben dan alleen de Instuif.
Waar dachten zij de jeugd dan mee bezig te houden, met dammen, schaken of tafeltennis soms? Indien de jeugd hiervoor werkelijk interesse heeft zijn er mogelijkheden te over bij bestaande verenigingen.
Het feit dat zij zich hiervoor niet interesseert blijkt wel uit onze druk bezochte middagen.
U, geachte redactie dankend voor uw medewerking door het plaatsen van dit artikel, verblijven wij,
De organisatorische leiding van NV 't Dingetje.
(27 september 1967)
Ferré Grignard zingt (en slaapt) in Veenendaal
Vrijdagavond a.s. treedt in beat club N.V. 't Dingetje" te Veenendaal de Belgische zanger Ferré Grignard op. Hij wordt begeleid door een eigen groep.
De Belgische protestzanger komt speciaal voor dit optreden in Veenendaal naar Nederland.
Om zeven uur begint hij zijn show die tot ongeveer 11 uur zal duren.
De Antwerpse zanger brengt protestliederen.
Hij is tegen de oorlog, hetgeen hij tracht te accentueren door het dragen van een hakenkruisje.
De zanger, die ongetwijfeld niet met geldzorgen te kampen heeft, houdt er in vergelijking met zijn collega's een eenvoudig leven op na.
Hij brengt de nacht van vrijdag op zaterdag in Veenendaal door, echter niet in een hotel, maar bij een der organisatorische leiders van de Veenendaalse beat club thuis. (5 oktober 1967)
Ferre Grignard: Bleue knaap met fijne liedjes
In beat club N.V. 't Dingetje concerteerde in 't afgelopen weekeinde de beroemde Belgische zanger Ferré Grignard met zijn begeleiders.
Een opvallend klein publiek kreeg na lang wachten enkele knappe, blues-achtige nummers te horen van het bijzonder homogene kwartet.
Vooraf speelde de Veenendaalse beatgroep Opus X, een band die nog heel wat gitaar- en zanglessen kan gebruiken.
Het is tenminste moeilijk aan te nemen dat beat behalve hard, ook nog vals kan klinken.
De muziek van Ferré Grignard streelde ieders oor.
Gezeten rond het podium luisterde het publiek, heel wat kleiner dan men verwachtte, ademloos naar de fijne liedjes waar een enorme rust van uitging.
Nergens was een element van beat te bespeuren.
Zelfs niet in de manier van optreden.
De vier musici zaten op stoelen op het podium in tegenstelling tot de meeste bands die springend en schreeuwend hun show brengen.
Ook waren er geen knallende drums, maar goed slagwerk op een Turkse trom en een tamboerijn, bespeeld door een drummer die zich er van bewust was dat slagwerk een begeleidende functie heeft; iets wat men in dit genre doorgaans maar weinig inziet.
De muziek schiep een intieme sfeer in het kleine zaaltje.
Er was een goed contact tussen publiek en musici.
Even werd de sfeer onderbroken door een boze vader die zijn dochter kwam halen, maar pa had gerust kunnen zijn, want hoofdinspecteur van politie W. C. H. Dekker hield een (betrouwbaar) oogje in het zeil.
Hij was erg tevreden over het gedrag van het publiek.
Kort en klein
Ferré Grignard trouwens ook.
Hij zei het liefst te spelen voor een publiek, dat gezeten rond het podium aandachtig luistert.
Even later sprak hij zichzelf echter tegen.
Op de vraag of de beatclub in de provincie nou erg verschilt van die in de stad antwoordde hij:
,,Zeker, in de stad slaan ze de boel kort en klein.
Dat vind ik leuk.
Zo krijg je veel mensen in de tent.
Ik geef er zelf wel eens aanleiding toe, want door het afbreken van de boel komt het publiek tot een climax".
Een vreemde snuiter, die Antwerpse zanger, maar bepaald niet onsympathiek.
Achter een grote hoeveelheid haar gaat een bedeesd, gebrekkig sprekende jongen schuilt die pas voor het publiek durft te verschijnen als hij een flinke portie geestrijk vocht heeft genuttigd.
Zelf zegt hij hierover: ,,Ach, dan kom ik beter in de sfeer".
Zijn manager Bob Majoor:"Dan kan hij beter lallen", waarmee een bepaalde tong slag bij het zingen wordt bedoeld.
Het duurde overigens nogal lang voor hij het"lal peil" had bereikt.
Ferré, die om negen uur zou beginnen, verscheen om ongeveer kwart voor tien in de zaal, om half elf begon hij zijn voordracht die om elf uur al was afgelopen.
Toen hij eenmaal op zijn "zangstoel" zat viel het iedereen op, dat zijn hakenkruisje verdwenen was. Enige tijd geleden kwam Grignard namelijk in het nieuws toen hij in een interview met Willem O. Duys in het televisie-programma "Voor de vuist weg" beweerde tegen de oorlog te zijn en zijn protesten kracht bijzette met het dragen van een hakenkruis.
Het hakenkruis hangt nu echter in de kast vertelt Ferre: "Er was geen gading meer voor".
Het was dus een publiciteitsstunt?
"Nee, nee, 'iet was een protest.
Ik meende het.
Maar er was geen gading meer voor".
Zijn repertoire bevat trouwens geen uitgesproken protestelementen meer.
Volgens Grignard hoeft dat ook niet, want: "Elk lied is een protest, elk schilderij is een protest, elk boek is een protest".
Enige tijd geleden rezen er in Veenendaal enkele moeilijkheden rond zijn optreden.
Tussen enkele organisatoren ontstond een twist wie nu eigenlijk Ferre had geëngageerd.
De zanger zelf distantieert zich volkomen van deze zaak en beweert er "niets van te weten".
Hij weet ook niet waar hij de volgende dag zal optreden.
"In Hoorn", roept Majoor.
"In Kaap Hoorn", bevestigt Grignard ernstig.
Arme Ferre Grignard.
Muzikaal heeft hij echt wel wat te zeggen.
Zijn roem verdient hij.
Hij ziet er zelfs uit als een ster met veel allures, maar hij is zo verlegen.
(10 oktober 1967)
PUEM GEHEIMZINNIG OVER ,,AFKEUREN" VAN DOMICILIE BEATCLUB
Ambtenaren van de PUEM hebben dezer dagen een controle-bezoek gebracht aan het oude schoolgebouw dat nu 't domicilie van de beat club N.V. 't Dingetje is.
Zij hebben geconstateerd dat de leidingen van de elektriciteit vernieuwd moeten worden.
Voor de leiding van de beat club betekent dit, dat er grote kosten gemaakt zullen moeten worden en een onthutste Fred Bruitsman vertelde gisteren dan ook: ,,Ik ben druk doende om er nog voor te zorgen dat we kunnen blijven doordraaien.
We zullen de onkosten zelf moeten betalen, zo werd ons verzekerd.
Maar het kan best zijn dat er ets anders achter zit, dat ga ik ook uitzoeken".
Hoofdinspecteur W. C. H. Dekker gaf het volgende commentaar:
,,Ik heb er wel iets van gehoord.
Ik weet dat de PUEM is gaan kijken.
Voordat ik hier iets concreets over kan zeggen, wil ik eerst weten wat er precies aan de hand is".
De instantie, die natuurlijk wel het fijne van deze affaire weet is de PUEM.
Commentaar wenste men echter niet te verstrekken. "Ik weet er helemaal en dan ook helemaal niets van", zei een woordvoerder.
Ook verdere vragen werden door de PUEM genegeerd.
"We weten van niks", zo werd er bij herhaling gezegd.
Fred Bruitsman zei tenslotte':
"We hebben de brandweer ook al op bezoek gehad. Daarmee is nu alles in orde.
Nu krijgen we weer met de PUEM te maken.
Wie weet wat er achter zit".
(3 november 1967)
2 opmerkingen:
Jammer dat jullie geen Face Book hebben
Jammer dat jullie geen Face Book hebben
Een reactie posten