donderdag 12 maart 2009

Een Duitse invasie?

In het begin van de jaren zestig vonden meerdere groepen met jongens uit het Ruhrgebied hun weg naar Veenendaal. Ze kwamen o.a. uit Suderwich bij Recklinghausen, Bottrop, Oberhausen en Duisburg. De groep uit Suderwich reed op hun “Moped” (bromfiets) binnendoor over de Bundesstrassen, want zij waren pas 16 jaar oud, toen zij in 1961 voor het eerst naar Veenendaal kwamen. De groep reed via de plaatsen Marl, Dorsten, Schermbeck, Wesel en zij passeerde de grens bij Elten, welke plaats toen nog onder Nederland viel. Op 1 augustus 1963 werd Elten aan Duitsland teruggegeven.

Al snel kregen de jongens contact met een aantal Veenendaalse schonen en op een zeker moment waren zij ieder weekend in Veenendaal te vinden. Wolfgang uit Bottrop. Peter, Manfred en Werner e.a. uit Oberhausen, Horst, Charly, Amsel, Karl-Heinz, e.a. uit Suderwich bij Recklinghausen en Roland en Willie uit Duisburg. Zij kwamen op hun Hercules, Zündapp, Kreidler en Heinkel scooter naar Veenendaal.
In die tijd waren deze bromfietsen en de “Kleinkrafträder” geliefde vervoers middelen onder de jeugd en deze machines hadden toen een enorme status. Vaak werd er met een enigszins jaloerse blik gekeken naar de Zündapps en Kreidlers, waarop de jongens uit het Ruhrgebiet naar Veenendaal kwamen. De “Kleinkrafträder” oftewel 50 cc motorfietsjes waren natuurlijk veel sneller dan de gemiddelde Nederlandse bromfiets uit die tijd.
Zündapp en de Kreidler waren in die tijd voor Hollandse begrippen zeer kostbare bromfietsen.
Verschillende uitvoeringen van deze Zündapp’s; Kreidler’s en Puch’s rijden anno 2009 nog in Veenendaal rond en de meeste bezitters zijn lid van de Veenendaalse oldtimer bromfietsvereniging MAV.

De jongens uit Suderwich sliepen af en toe bij een boer achter aan het Benedeneind en soms bij een Veenendaalse familie, die in één van de oude huisjes aan de Zandstraat naast de Scheepjeswol woonde. Wolfgang uit Bottrop en een kameraad kampeerden regelmatig op de Camping De Thijmsche Berg in Rhenen. De blonde Wolfgang met zijn camelkleurige suède jasje reed als enige op een blauw-grijze Heinkel scooter. De groep uit Suderwich plaatste ook weleens illegaal een tentje in het bos linksboven op de, in de volksmond genoemde, Thijmse Hucht, schuin tegenover het voormalige Roodland wat sinds 1961 Camping De Thijmse Berg heet.

Een Veenendaler in de Duitse mijnen
Deze Duitse jongens waren in de weekenden vaak bij Marrinelli te vinden en zij wisten zich prima in het Veense te vermaken. Henk, een zoon van de voornoemde familie in de Zandstraat, kwam door zijn omgang met Horst in de König Ludwig mijn in Recklinghausen te werken. De vader van Horst had daar een leidinggevende functie. Henk Edener reed iedere vrijdag - zomer of winter - de 160 kilometer op zijn Eijsink Record bromfiets van Recklinghausen naar Veenendaal en op zondag weer hetzelfde aantal kilometers terug naar Recklinghausen. In de winter had hij pakken kranten onder zijn jas om zich tegen de kou te beschermen. Henk stopte meestal op de brug over de Lippe bij Wesel om een shagje te roken. In de winter ging dat met veel moeite gepaard vanwege zijn door de kou trillende handen en benen. De König Ludwig mijn werd op 7 januari 1965 stilgelegd en vele andere mijnen volgden.

Een terugblik

Ongeveer drie jaar geleden zat ik nog eens met Henk over die tijd te praten en ik vroeg hem waar die Duitse jongens destijds nou precies vandaan kwamen. Wolfgang met de Heinkel scooter en een kameraad waren in die tijd ook weleens bij mij thuis geweest, maar zij vertelden mij alleen dat ze uit de buurt van Dortmund kwamen. Henk noemde mij toen o.a. de naam van Horst uit Suderwich bij Recklinghausen. Henk vertelde mij, dat hij nog tot ver in de jaren zeventig contact met Horst had gehad, maar dat het contact daarna verwaterd was.

Horst zegt daar later zelf over:

“Met Henk had ik lange tijd contact, maar de laatste jaren was ik door de gebondenheid aan mijn beroep niet in staat om dit contact in stand te houden. Ik rijd zo nu en dan nog weleens langs Veenendaal en ik herinner me die tijd graag. Ook ben ik er een keer met mijn motorfiets gestopt. Er is daar veel veranderd”.

De eerste poging

Na dit gesprek ben ik ’s avonds - inmiddels toch wel wat nieuwsgierig geworden - op google gaan zoeken en ik vond iemand met dezelfde achternaam en een mailadres in Suderwich. Deze persoon stuurde ik een mail met het verzoek om Horst contact met mij te laten opnemen en ongeveer vier dagen later kwam er een antwoord van “de” Horst uit Suderwich. Ik vertelde hem, dat ik op zoek was naar een groep met o.a. een Heinkel scooter. Horst mailde terug, dat er in hun toenmalige groep niemand op een Heinkel scooter had gereden, omdat ze toen geen van allen 18 jaar oud waren.

Na wat heen en weer mailen werd al snel duidelijk dat hij bij een groep hoorde, waar ik destijds nooit contact mee had gehad.
Wel wist hij direct wie de Henk was die destijds bij hen in de buurt in de König Ludwig mijn werkte. Hij nodigde ons beiden uit om bij hem thuis op bezoek te komen en op 15 juni 2006 werden er in Suderwich heel wat jeugdherinneringen opgehaald. We reden samen met Horst o.a. langs het tehuis voor mijnwerkers (Bergmannsheim) in Rölinghausen, waar Henk tijdens zijn werk in de mijnen woonde. Toch wel apart als je met een inwoner van Suderwich zit te praten over allerlei bekende namen uit het Veenendaal van de begin jaren zestig.

Horst herinnert zich

“Toen ik 16 jaar werd kreeg ik een Zündapp bromfiets van mijn oom en mijn vrienden en ik vonden de weg naar Veenendaal”. “Ik herinner mij alleen niet meer precies hoe en door wiens idee we uiteindelijk de eerste keer in Veenendaal terecht kwamen!”

Uit recente informatie komt naar voren, dat de jongens uit Suderwich mogelijk op het idee zijn gebracht door ene Theo uit Veenendaal, die als bankwerker(?) in Recklinghausen werkte en daar later ook trouwde.

Horst vertelde ons, dat hij en zijn vrienden wel eens voor een afspraakje van een uurtje helemaal naar Veenendaal waren gereden. Horst wist ook nog, dat het een kwartje kostte om 3 plaatjes bij Marrinelli te draaien.
Hij kon zich nog goed herinneren dat hij eens een stuk tand kwijtraakte in Marrinelli. Horst zat aan het tafeltje naast de deur van het toilet uit een flesje Cola te drinken en plotseling werd de deur opengesmeten door Lieneke en de deur sloeg met een klap tegen de bodem van het Coca-Cola flesje waaruit Horst zat te drinken. Dat leverde Horst een flink gehavende voortand op en dat was op dat moment, mede door de gegeven omstandigheden, geen pretje.
Van de jongens die destijds uit Recklinghausen kwamen is er later één met een Veenendaals meisje gehuwd en hij is hier ook blijven wonen. Deze Gerd, die bij Henk in het Bergmannsheim in Rölingshausen zat, kwam oorspronkelijk uit Oberhausen, maar via Henk kwam hij in Veenendaal terecht. Op het ogenblik is er regelmatig contact met Horst via het internet en ook zien we elkaar een paar keer per jaar bij elkaar thuis.

Onverwachte hulp bij de tweede zoektocht


Ook de door mij gezochte groep werd door ons teruggevonden en zelfs de afdeling burgerbevolking van Oberhausen hielp ons mee zoeken, omdat we het adres van Peter T. maar niet konden vinden. Later bleek dat zijn gegevens niet voorkwamen in het telefoonboek. De afdeling burgerbevolking van Oberhausen stuurde mij de volgende mail:

Sehr geehrter Herr Slagmann,

auf der Internetseite eines Bekannten (o-visionen) habe ich Ihre Anfrage
gefunden.
Nach meinen Erkenntnissen handelt es sich bei dem von Ihnen gesuchten Peter
T. um die Person, die jetzt Forststr…, 46147 Oberhausen wohnt.
Eine Telefonnummer habe ich leider nicht gefunden.

Mit freundlichen Grüßen

Im Auftrag
Süselbeck
Stadt Oberhausen
Der Oberbürgermeister
Fachbereich 2-4-10
Bereich Bürgerservice,
Öffentliche Ordnung

(adressen en telefoonnummers zijn om redenen van privacy niet vermeld).

Een onverwacht weerzien

Toen ik het bovenstaande bericht ontving, hadden wij het adres van Peter inmiddels al op eigen kracht gevonden. Gerard, de broer van Henk wist zich op een zeker moment ineens te herinneren, waar Peter vroeger woonde en een paar dagen later waren we al, begeleid door een Tom-Tom, op weg naar Oberhausen. Toen we in de desbetreffende straat aankwamen raakte Gerard het spoor even bijster, want het was ruim tien jaar geleden dat hij Peter had opgezocht. Uiteindelijk herkende hij het huis aan de kleur waarin het onderste deel was geschilderd. Er was echter niemand thuis en we dropen teleurgesteld af. Een eindje verderop waren twee bouwvakkers bezig bij een woning en op onze hulpvraag kregen we het antwoord, dat we maar even bij de bewoonster van het huis moesten aanbellen. Zo gezegd, zo gedaan en de bewoonster vertelde ons dat de door ons gezochte familie al jaren geleden was verhuisd,

Terwijl we zo stonden te praten kwam er nog een andere vrouw bij staan en die zei: “Oh, maar dat is niet zo moeilijk hoor, want die wonen een paar straten verder.”
Toen we even later, na ongeveer een jaar zoeken, uiteindelijk bij Peter voor de deur stonden, wist hij in 1e instantie niet met wie hij te maken had. We legden hem uit wie we waren en hij keek hij alsof hij water zag branden en van pure verbazing wist hij geen woord uit te brengen. Het ijs was echter al gauw gebroken en hij nodigde ons binnen. Eénmaal binnen passeerde het ene na het andere oude verhaal de revue. Op dat moment werd mij duidelijk dat de door mij gezochte groep uiteindelijk was gevonden.

“Alte Kameraden”

Samen met Peter bezochten we in Oberhausen zijn oude kameraad Manfred, die vroeger ook mee naar Veenendaal kwam. Helaas was zijn broer Werner inmiddels overleden, zo vertelde Manfred ons. Werner was wat ouder dan de rest van de jongens die naar Veenendaal kwamen en hij had een opvallende blonde Elviskuif. Hij reed op een anthracietkleurige Kreidler Florett Super. Menige Veense teenager uit die tijd zal zich juist deze wat oudere jongen met zijn brylcream kuif kunnen herinneren. Manfred had lange tijd verkering in Elst en werkte soms ook voor een bakker in de buurt.

Verschil moet er zijn

Een Veenendaalse dame die deze groepen vroeger ook had gekend, wist nog zo uit het hoofd het adres van één van deze jongens te noemen. Zij vertelde mij, dat de Veense meisjes het in die jaren best stoer vonden om met één van de Duitse jongens mee te gaan, want die hoefden met hun brommer (lees 50 cc motorfietsjes) niet op het rijwielpad te rijden.

In memoriam

Tot onze grote spijt moesten wij op woensdagmorgen 8 oktober 2008 vernemen, dat Horst uit Suderwich in de vroege ochtend geheel onverwacht was overleden. Horst was een beminnelijk mens en zijn Veenendaalse vrienden zullen hem oprecht missen na de hernieuwde contacten, die zij na jaren weer met hem hadden. Horst had nog altijd dierbare herinneringen aan Veenendaal. Horst zou zelfs nog een eigen bijdrage aan “Veens Lawaai” leveren. De avond voor hij overleed zond ik hem toevallig per mail het interview voor “Veens Lawaai” toe. Deze mail werd de volgende ochtend beantwoord door zijn dochter, die ons in kennis stelde van zijn plotselinge overlijden in de vroege ochtend. Amsel, één van de vrienden die vroeger met Horst mee naar Veenendaal kwam, was aanwezig op zijn begrafenis.

Jan Slagman.

Geen opmerkingen: