maandag 24 maart 2014

COLUMN 1967

DE PRAATSTOEL VAN WOUT BLAUWKOUS

Na alle gratis reclame van de afgelopen tijd zal de Normloze Vennootschap 't Dingetje goeie zaken maken.
Waar gevestigde ondernemingen tonnen voor over hebben, dat krijgt de directie van het zaakje gratis volgeschreven: bladzijden hoog-genoteerd krantenpapier.
En intussen weten we nog de waarheid niet.
We zijn alleen maar nieuwsgieriger geworden.
Wat zouden we gaarne even achter de haveloze voorgevel kijken.
De meesten van ons moeten aan de buitenkant blijven gissen over alles wat er binnen door de verantwoordelijke touwkuiven en baardjes-kinnen wordt toegelaten.
Maar, zoals ik al zei: we hebben de waarheid over de beat-inrichting nog steeds niet te pakken.
"Al die ouwe sokken moesten niet zo ellendig nieuwsgierig zijn", was het oordeel van de oudste van onze Klazien.
Hij leek me iemand die in ieder geval niet onsympathiek tegenover de onderneming staat.
Of hij een geregelde dan wel een ongeregelde gebruiker van het amusementsbedrijfje is, weet ik beslist niet.
Ik verdenk hem er wel van.
Op tijden waarop de NV geopend is vertrekt hij regelmatig met onbekende bestemming.
Als een heel ander mens.
Enige bloedverwantschap met z'n traditionele grootvader van z'n moeders kant is er dan niet meer te bespeuren.
Ik zou er tenminste op mijn leeftijd zelfs niet meer over denken om me te verkleden als een uitgediende koloniaal.
Meestal lijkt-ie op een acteur uit een stuk van Franz Léhar waarvan zojuist de pauze is aangekondigd.
Z'n ouders zijn er overheen.
Over het feit dan, dat hun zoon plotseling uit een operette is komen vallen.
Niet over hun vermoeden dat hij zich zo in de voormalige calvinistische school laat zien.
En als z'n vader er zeker van was maakte hij de kolonel van de keizerlijke garde zonder officiële oorlogsverklaring een dingetje kleiner.
Om de eenvoudige reden dat mijn schoonzoon denkt dat het daar niet goed zit.
Niet alleen in zijn belang, maar voor de gemoedsrust van alle ouders met nazaten die de beat bedrijven, heb ik getracht om achter de waarheid te komen.
Het is me niet gelukt.
Ik blijf tegen m'n kleinzoon opkijken omdat ik de indruk heb dat hij meer van het leven weet dan ik, op mijn leeftijd.
Zeker, hij wilde wel praten.
Over de naam.
"Vieze ouderen om daar iets dubbelzinnigs achter te zoeken", zei hij.
"Dat kan ik ook van, pak-weg, een "Kijkgrijp".
Van"De Instuif" kon hij geen verkeerd woord zeggen.
Dat de baas van"De Instuif" lichtelijk de pest in had gekregen op de zegsman van de politie, daar kon hij wel inkomen.
Vanwege de concurrentie uiteraard.
Tussen twee haakjes: voor de weinigen onder ons die niet op de hoogte zijn van artikelen als LSD en dergelijke.
Het is zoiets als roken en gedistilleerd.
Wel veel erger.
En veel gevaarlijker.
En veel meer verboden dan alleen door de dokter.
Maar je kunt er ook aan verslaafd raken.
Dat merk je meteen.
Een LSD-gebruiker haal je d'r-uit.
Een roker niet.
Of hij moet er een opvallende kuch aan overgehouden hebben.
Een drinker herken je soms aan z'n neus.
Roken en drinken kunnen ons soms op een plotseling verlies in de familiekring komen te staan.
Maar je zoekt het er toch niet zo achter.
't Zijn maar van die kleine dingetjes..,
Wout Blauwkous, 20 oktober 1967

Geen opmerkingen: